Af via de skybox

Ik raak dat beeld maar niet kwijt. Sinds zondagmiddag vraag ik me telkens af hoe het met hem gaat. Of hij überhaupt nog leeft, de man in ons Arenavak die tijdens de wedstrijd werd getroffen door een hartinfarct. Nou ja, zeker weet ik het niet, want ik heb eigenlijk niet veel meer gezien dan een hoop consternatie en een brancard die via een skybox in het niets verdween. Een skybox. Zou die man zich gerealiseerd hebben dat hij taalkundig gezien al aardig op weg was naar de hemel?

Het duel van Ajax met Sparta was nog niet zo lang bezig. Het stond 1-0 voor Ajax, dankzij een simpel kopballetje van Klaas Jan Huntelaar, die toen nog geen idee had van wat zijn enkel te wachten stond. Opeens brak boven in ons vak grote onrust uit. Ik dacht aan een vechtpartij, maar al gauw kreeg ik in de gaten dat er iets heel anders aan de hand was. Mensen gebaarden in lichte paniek dat direct hulp nodig was. "Er is er één niet goed geworden," concludeerde een oudere supporter die voor ons zat.

Daar verschenen de hulptroepen. In no time, dat moet gezegd. EHBO'ers baanden zich een weg over snel verlaten stoeltjes in de richting van het slachtoffer dat voor ons niet zichtbaar was. Wel zag ik even later hoe één van de hulpverleners hartmassage toepaste. Het enige dat ik kon zien waren twee ritmisch op en neer bewegende handen. De suggestie was minstens zo akelig als wanneer ik er met mijn neus bovenop had gestaan. Daar verscheen een bonkige EHBO'er die een koffertje met zich meedroeg waar een defibrillator uit tevoorschijn kwam. Ik wilde mijn blik afwenden, maar het lukte niet. Ik zou nu moeten schrijven dat mijn ogen als door een magneet naar het tafereel getrokken werden, maar dat is zo'n cliché. Het apparaat werd omlaag gericht, naar de plek waar het slachtoffer zich moest bevinden. En geloof mij of niet, precies op het moment dat de eerste stroomimpuls werd toegediend, scoorde Suarez een schitterend doelpunt.

Ook in ons vak sprongen de supporters juichend overeind, maar ik zag dat een aantal van hen in een mentale spagaat terechtgekomen was. Ze wilden wel juichen, maar ze realiseerden zich tegelijkertijd dat op het moment dat het doelpunt viel de onzichtbare man boven hen wellicht zijn laatste adem had uitgeblazen. Missschien had hij euforisch, of zelfs juichend, het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Ook toen de brancard allang verdwenen was, bleef de stemming in mijn directe omgeving een beetje, hoe zal ik het formuleren... gereserveerd. Toen Klaas Jan Huntelaar zonder tussenkomst van een tegenstander ter aarde zeeg, zei één van de Ajax-veteranen voor ons: "Die zijn we zes weken kwijt." Ik haalde mijn schouders op. "Die man volgt zo'n beetje alle trainingen. Hij denkt dat-ie er verstand van heeft," mompelde ik tegen mijn zoon. Nu vraag ik mij af wat die man zag dat ons ontging.

In de rust van de wedstrijd informeerden verscheidene supporters bij een vrouwelijke steward naar het laatste nieuws over de man die tot het selecte gezelschap behoort dat wel eens in een skybox bij Ajax is geweest, ook al was het dan op een brancard. De steward zei: "Het is een man van zeventig. Hij was bij kennis." Ik zag dat apparaat voor mij en rilde. Mijn zoon, die bedrijfshulpverlener is, zei: "Het is helemaal niet moeilijk om zo'n apparaat te bedienen." Hij liet een stilte vallen en vervolgde: "Als je het aanzet, hoor je een stem en die vertelt je precies wat je moet doen."

Brrrr.