Brookje in the branding
Hello my friends, pardon my French, maar ik heb de hele middag vergaderd met een groepje als Nederlanders vermomde Amerikanen. Het was een even intelligent als bont gezelschap dat werd gedomineerd door 'marketeers'. Bij dat woord denk ik altijd aan elegant geklede vechtersbazen die met flitsende degens en desnoods hun leven de echtgenote van Lodewijk IV verdedigen. Musketiers. Athos, Porthos, Aramis en niet te vergeten de dappere Gascogner d´Artagnan. Eén voor allen, allen voor één. Om in de termen van die vergadering te blijven: ´One for all, all for one`.
Marketeers zijn hoogopgeleide mensen die geleerd hebben een ´corporate identity´ te ontwikkelen. Of een ´branding´. Omdat wat je van ver haalt lekker is, spreken marketeers vrijwel uitsluitend Engels in hun snelle jargon. We waren nog geen vijf minuten aan het vergaderen of ik had al zoveel Anglo-Amerikaanse termen voorbij horen komen dat mijn oren er van tuitten. Er moest beslist een ´issuelijst´ komen, want zonder konden we de ´progress´ niet bijhouden. Of zoiets. Het was eveneens belangrijk om ´out of the box´ te denken. Zelf doe ik dat al sinds mijn derde, toen ik met een soepele beweging over de rand van de box heen wipte. Ja, ja, reeds als kind was ik mijn tijd vooruit.
Eén van de vergaderden zei iets in de trant van `Dat wordt onze engine´, maar ik ben vergeten wat ´dat´ was. Engine betekent motor, dat weet ik dan weer wel. We zaten met ons vrij omvangrijke gezelschap in een soort sauna, dus de motor wilde ook niet echt knallen. Maakt niet uit, we vernemen vanzelf wat de bedoeling is in de ´outline´die we tegemoet mogen zien. Ikzelf houd me voorlopig maar even bij mijn core business, al sta ik natuurlijk open voor de planningstools die mij eventueel worden aangeboden. But of course!
´Branding´. Vroeger waren dat golven die schuimend tegen het strand sloegen en zich daarna met een gluiperige onderstroom terugtrokken in de onafzienbare uitgestrektheid van de zee. Ik herinner mij een zomerhit van Gerard Cox. ´Een broekje in de branding, o jee daar drijft het weg en ergens in het water staat een hulpeloze vrouw. Een broekje in de branding, wie vindt het op zijn weg, zo´n troefkaart schud je nooit meer uit je mouhouw. Zo´n broek te jutten is een buitenkans voor elke man, ´t is duidelijk dat de vinder straks zijn eisen stellen kan. Een broekje in de branding, van badman tot agent is plotseling iedereen het water in gerend.´
Die marketeers zullen zich wel afvragen: ´Who the hell is Gerrard Cox?´