Twee papegaaien een gedachte
De dierenspeciaalzaak in mijn dorpse stadskern heeft twee papegaaien, zij het niet in de aanbieding, want aan hun kooi hangt geen prijskaartje en ik heb evenmin een barcode in hun gevederte kunnen ontwaren. Ze heten Co en Dokus en ze stellen zich op twee groot uitgevallen 'visitekaartjes' in foutloos Nederlands aan de cliëntele voor. Co (of Dokus, daar wil ik vanaf zijn) was een beroemdheid in en om het Amstel Station, zo laat hij ons weten. Hij stond daar jarenlang in een bloemenzaak. Maar nu dus in Almere Haven, een hele overgang. Beide papegaaien geven aan het gezelschap van de klanten hooglijk te waarderen, maar ze schrijven wel dat je niet je fikken in hun kooi moet steken, want dan is het pik-ik-heb-je. Ik vraag me af hoe dat moet met kinderen van beneden de zes jaar, die nog aan hun eerste leesboekje moeten beginnen.
Een papegaai kan tachtig jaar worden. Dokus (of Co, vraag het me niet) is dertig, volgens zijn 'visitekaartje'. Die heeft dus nog een half eeuwtje te gaan. Het zou mij niet verbazen als hij de dierenwinkel overleeft, want vijftig jaar is lang voor de middenstand. Toch een rare gedachte.
Ik ben al een paar keer speciaal voor Co en Dokus in de dierenwinkel geweest, maar tot nu toe hebben ze nog geen stom woord gesproken. Dat komt waarschijnlijk door het gezelschap dat ze aan elkaar hebben. Uit onderzoek blijkt dat vijfentachtig procent van de huisdieren eenzaam is, zo hoorde ik op de radio. Als papegaaien gaan praten, is dat een teken van eenzaamheid. Bij gebrek aan behoorlijk gezelschap, namelijk andere papegaaien, richten zij zich uit arren moede tot degenen die hen in die te kleine kooien opsluiten. Het is zoiets als de gevangene die zich vastklampt aan zijn cipier, omdat alles beter is dan helemaal niks.
Ik vraag mij trouwens af hoe zo'n onderzoek tot stand komt. Ik zie voor me hoe een onderzoeker met vragenlijst tegenover een hond plaatsneemt. Onderzoeker: "Zit Wodan. Zit. Ga maar zitten. Zit-ten. G...ver ga nou toch zitten!" Hond: "Wo denn?" Niet voor niets is Wodan een Duitse herder.
Hoe gaat het verder als Wodan eindelijk zit? Ook dat zie ik voor me. Onderzoeker: "Ik ga je straks een paar vragen stellen, Wodan, die je met ja of nee kunt beantwoorden. Als je één keer blaft is dat een ja en als je twee keer blaft is dat een nee. Begrepen?" Net op dat moment komt Wodans baasje binnen met een verse leverworst en Wodan begint te blaffen dat het een aard heeft.
Vragen stellen aan papegaaien lijkt me helemaal een crime. Mij is altijd geleerd dat ze alleen maar kunnen herhalen wat jij zegt. Dus dan krijg je dit. Onderzoeker: "Co of Dokus, wie je ook mag zijn, heb jij je wel eens eenzaam gevoeld?" Papegaai: "Co of Dokus, wie je ook mag zijn, heb jij je wel eens eenzaam gevoeld?" Dat schiet niet echt op. Zo kun je wel doorgaan tot je tachtigste. Misschien doet die papegaai wel net of z'n snavel bloedt, dat zou ook kunnen. Dat-ie denkt: Krijg de pest jij, hoe zou jij je voelen als je tachtig jaar in zo'n kutkooi moet zitten? Ik weet natuurlijk niet wat er in dat papegaaienkoppie omgaat, maar ik vind het toch een veeg teken dat je het niet moet wagen je vingers in die kooi te steken.
Wij hadden ooit elf goudvissen in onze bescheiden tuinvijver. Die noemden we het Nederlands elftal, omdat we ze hadden gekocht in een periode waarin Oranje voor de zoveelste keer een vergeefse gooi deed naar een Grote Titel. Die goudvissen waren allesbehalve eenzaam, zo met z'n elven. Misschien vonden ze het zelfs wel een beetje druk in dat vijvertje. Op een dag streek in onze tuin een reiger neer. Hap slik, weg Nederlands elftal. Het moet een gezellige boel zijn geweest in de slokdarm van die reiger.
Sindsdien maakt de vijver een ietwat eenzame indruk op mij, maar dat kan ook suggestie zijn. Ik mis ze in ieder geval, die gouden rakkers. De reiger is trouwens nooit meer teruggeweest.