De echte held bloosde
De man met de bivakmuts beukte met al zijn kracht een metalen honkbalknuppel op de opmerkelijk stevige tafel. Een siddering voer door de tafelgenoten die nog geen vijf minuten eerder vrolijk kwebbelend naar het nagerecht hadden uitgekeken. Voor mij was dit het moment waarop ik had gewacht. Ik wist dat ik snel moest handelen, maar ik had de afstand naar de tweede overvaller, die de kok en de leerling kok onder schot hield, zorgvuldig geschat. Nu! dacht ik en ik zwaaide het bord dat ik heimelijk in mijn rechterhand had geklemd als een discus tegen de bivakmuts. De man slaakte een kreet, zijn greep om de honkbalknuppel verslapte, ik rukte het wapen uit zijn hand en gleed als het ware in één vloeiende beweging naar de benen van zijn maat met het vuurwapen. De knuppel trof de onverlaat bovenop een knie. Ik hoorde het bot kraken. Die loopt voorlopig geen marathons, dacht ik met de koelheid die mij eigen is. Het pistool kletterde op de grond. Ik trapte het weg, gaf de ontwapende schutter voor alle zekerheid nog een klap met de honkbalknuppel en concentreerde me daarna op de andere misdadiger, die met beide handen aan zijn bivakmuts stond te trekken. Er liep bloed onderuit. Even later stormde de politie het restaurant binnen. "Neem dat zootje maar mee," gromde ik. Ik grijnsde naar de eigenaar van het restaurant en zei: "Whisky on the rocks."
In werkelijkheid ging het zo. Ik zat met de fractie van Leefbaar Almere in het even intieme als puike restaurant Bij Brons in de havenkom van Almere (Haven). We namen afscheid van onze oud-wethouder Vincent van der Velde, die niet terugkeert in de gemeenteraad. Vincent is strafpleiter. Hij heeft het hartstikke druk met de kleine en de grote criminaliteit. Het was half elf en het etentje liep op z'n eind. Mevrouw Brons was met twee grand desserts op weg naar onze tafel, toen opeens de deur openging en twee mannen met bivakmutsen het pand betraden. Nou ja, betraden... Ze huppelden naar binnen en even dacht ik dat er een grap werd uitgehaald. Het was immers 1 april. Een smakeloze grap, dat wel, maar misschien iets dat sloeg op Vincents beroep. Twee 'misdadigers' die hem een mooi geschenk kwamen aanbieden dat zij zojuist elders 'ontvreemd' hadden. Maar in dat geval zou ik er van hebben geweten. De volgende seconden werd deze gedachtengang hardhandig door de feiten ingehaald. Niks grap. De ene bivakmuts hield met een vuurwapen het personeel in bedwang. "Liggen, liggen!" De bivakmuts met de honkbalknuppel sloeg de borden met het grand dessert aan gruzzelementen. Later hoorde ik dat ze zestien euro vijfitg per stuk hadden gekost. Mevrouw Brons moest op de grond gaan liggen, maar dat wilde ze niet. Ik hoorde "Liggen, nu!" en dacht dat het de bivakmuts met het wapen was die dat commando schreeuwde, maar later bleek het meneer Brons te zijn geweest. Die was natuurlijk als de dood dat zijn echtgenote een klap met de honkbalknuppel zou krijgen. Want de overvaller met die knuppel was helemaal opgefokt. Hij had een blauwwitte Albert Heijntas in zijn hand en daar moesten we onze bezittingen in gooien. Mijn portefeuille lag - helaas - voor mij op tafel, dus die verdween al gauw in de AH-tas. Maar mijn bonuskaart zat er niet in! "Mobieltjes, horloges!" beet de held met de honkbalknuppel ons toe. Mooi dat hij mijn horloge niet kreeg. Ik had het onlangs voor mijn zestigste verjaardag gekregen van een goede vriend. Zwitsers, een Roamer. Rob, mijn buurman in vak 117 bij Ajax, is juwelier en hij zei: "Zo, een Roamer... Die verkoop ik ook. Nou, dat moet wel een heel goede vriend zijn." Ik deed het horloge af, maar in plaats van het in de tas te gooien, legde ik het onder mijn kruis. Met mijn linkerarm probeerde ik mijn mobieltje, dat in de borstzak van mijn overhemd zat, aan het oog te onttrekken. Vincent kreeg klappen, maar gelukkig waren ze niet zo hard. Hij hield er twee blauwe plekken in zijn gezicht en een weekend hoofdpijn aan over. Jannie Degenhardt daarentegen kon slechts met een snelle beweging voorkomen dat haar handen verbrijzeld werden. Ze zat aan één van de hoofdeinden van de tafel en de overvaller met de honkbalknuppel had goed zicht op haar. Toen hij vond dat ze niet snel genoeg haar horloge en haar ringen afdeed, sloeg hij keihard naar haar handen, die ze dus gelukkig net op tijd terugtrok. Ze heeft wel een opgezette hand, dus het zal heel weinig gescheeld hebben.
Zo zaten we daar, enigszins ontredderd, met de hoofden omlaag aan die tafel in dat voortreffelijke restaurant. "Ze zijn weg," zei iemand van het personeel. Ik pakte mijn gespaarde mobieltje, drukte 112, kreeg bijna terstond verbinding, hoorde een vrouwenstem "Politie, waar bevindt u zich?" zeggen en antwoordde met een blik door het raam: "Almere Haven, laat maar, ze zijn er al." Er stopte een surveillancewagen, Jannie riep naar buiten dat de overvallers richting Italiaan waren gevlucht en twee minuten later waren ze al ingerekend. Hoe was dat mogelijk? Welnu, de leerling kok had gebruikgemaakt van een moment van afleiding. Toen de bivakmuts met de honkbalknuppel voor het eerst keihard op de tafel sloeg, draaide zijn maat met het vuurwapen zich om en precies op dat moment dook de leerling kok in een keldertje waarvan de deur openstond. Daar belde hij 112 en aangezien een surveillancewagen in de buurt was, konden de misdadigers min of meer op heterdaad worden betrapt en gearresteerd. In de 'nazit' verontschuldigde de leerling kok zich voor het feit dat hij niet meer had gedaan. Niet meer? Man, hij was de echte held! Toen we dat riepen, bloosde hij. Stel dat die overvaller met het vuurwapen de leerling kok, nadat hij zich weer had omgedraaid, had gemist en hem vervolgens in dat keldertje had aangetroffen, fluisterend in gesprek met de politie, wat dan? Je moet er niet aan denken. Maar ja, volgens mij denken alle betrokkenen bij die overval, het personeel van het restaurant en de aanwezige vertegenwoordigers van Leefbaar Almere, nu al een paar dagen aan wat er had kunnen gebeuren, aan wat er had moeten gebeuren en aan wat er in werkelijkheid is gebeurd.
En de overvallers? Die mogen de eerstvolgende jaren gaan nadenken over de geestelijke wonden die ze met hun gewelddadige actie bij onschuldige burgers hebben geslagen.