Een vreemde in Jeruzalem
Trainer weg, no Champions League, niet eens een beker, helemaal niks. Reddeloos, redeloos, radeloos, zo eindigt de competitie voor Ajax. En het begon zo hoopvol. Met een rapport waarin een nieuwe toekomst werd geschetst. Met Johan Cruyff die zijn schouders onder de vermolmde structuur van zijn eerste voetballiefde wilde zetten. En met Marco van Basten dus, die weliswaar niet beantwoordde aan het beeld van de ervaren trainer die volgens de commissie Coronel nodig was, maar ach, de voetballerij is nu eenmaal een toonbeeld van opportunisme. En had Cruyff als trainer zonder ervaring soms geen cups gewonnen met Ajax en Barcelona?
Ach ja, het klinkt gek, maar weer werd het genie van Cruyff onderschat. Als voetballer kwam Van Basten een heel eind, maar als trainer kan hij op geen enkele manier aan Johan tippen. Opeens herinner ik mij een artikel (stond het in HP/De Tijd?) uit de jaren tachtig, waarin Marco van Basten over zijn trainer bij Ajax zei: "Cruyff lult je suf." De onophoudelijke woordenstroom van zijn leermeester werd Marco zo nu en dan teveel. Maar ja, Ajax won dat seizoen, op 13 mei 1987, wel de Europa Cup voor bekerwinnaars en Marco maakte in Athene de enige en winnende treffer tegen Lokomotiv Leipzig.
Ik herinner me nu trouwens ook het seizoen 1984-1985. Toen was Aad de Mos trainer van Ajax. Dat wil zeggen tot 6 mei 1985, want toen werd hij ontslagen. Daar was een vreemd spel aan vooraf gegaan, waarin zelfs mij een rol werd toegedicht. Aad had zijn ploeg niet meer in de hand, dat was wel duidelijk. Zelfs Marco van Basten gooide er met de pet naar. Een wanprestatie (1-0 nederlaag) uit tegen Haarlem op 5 mei werd het Waterloo van de Haagse oefenmeester. Wegwezen. Waarom? Tja, aan de prestaties kon het niet hebben gelegen, want Ajax werd wel gewoon kampioen van Nederland. Ik moet nog even mijn rol ophelderen. Welnu, ik werkte als sportverslaggever bij De Telegraaf en ging met mijn collega Henk Evenblij de net ontslagen oefenmeester interviewen in zijn appartement in Rijswijk. De week er voor waren Henk en ik naar een wedstrijd van Ajax 2 gegaan om hier en daar te informeren hoe het met de positie van Aad de Mos was gesteld. "Toen ik jullie op de tribune zag verschijnen, wist ik dat mijn lot bezegeld was," zei Aad. Wij keken hem gewichtig aan, ook al klopte van die redenering geen hout.
Dat waren nog eens tijden. De titel binnnenhalen en net voor het zover is je trainer ontslaan. Er is veel veranderd sinds die tijd. Marco van Basten won helemaal niets dit seizoen, maar hij moest er toch zelf aan te pas komen om Ajax van zijn diensten te bevrijden. Een wonderlijke man. Als de jongens weer eens ver beneden hun kunnen hadden gepresteerd, stond hij er hoofdschuddend bij. Ja, hij begreep er ook niks van. Met een onschuldig gezicht legde hij de schuld bij de spelers. Ik had vaak het idee dat hij zichzelf meer als toeschouwer dan als trainer zag. Daarbij moet ik wel toegeven dat Marco ook bij succes als eerste naar de spelersgroep wees. Maar een beetje vreemd vond ik het wel, dat afstandelijke optreden, die houding van waar-ben-ik-eigenlijk-in-verzeild-geraakt? Ik had vaak het idee dat Marco van Basten zich niet echt thuisvoelde in de voetbalwereld. Een vreemde in Jeruzalem.
Het was een blunder om Marco van Basten de technische leiding bij Ajax in handen te geven, maar zijn vertrek vergoedde veel. Hij stak de hand in eigen boezem. Marco had zichzelf de vraag gesteld of hij volgend seizoen meer uit deze groep kon halen. Hij had op die vraag geen bevredigend antwoord gekregen. En weer was het net alsof hij het over een ander had. Hij sprak als de toeschouwer, de buitenstaander, die aan de trainer van Ajax een gewetensvraag had gesteld. Jammer, hij kreeg geen bevredigend antwoord. Toen wist Marco genoeg.
Hij vertrok met opgeheven hoofd. En ik denk niet dat hij snel zal terugkeren in de voetballerij. Als voetballer was hij een buitenbeentje, als trainer inderdaad een vreemde in Jeruzalem. En Ajax zit met de gebakken peren.
Een tip voor de leiding: bel Cruyff maar niet.