De meidagen van '68

Okay, okay, iedereen heeft het over de meidagen van 1968, dus ik kan niet achterblijven, ook al moet ik eerlijk bekennen dat ik er niet veel mee heb. Ik was achttien, had Gerard Kornelis van het Reve net ontdekt en sjokte als één brok dichterlijke weemoed in mijn gebleekte spijkerbroek met wijde pijpen door het Vondelpark, waaraan mijn school gelegen was. Na een serie downs op diverse HBS'en was ik eindelijk aan een up bezig. Mijn vader had een jaar eerder als een Spong avant la lettre bij de directeur van de school gepleit en mij met kunst en vliegwerk de experimentele Gemeentelijke school voor HAVO in de Zocherstraat te Amsterdam binnengeloodst. Een parel van de Mammoetwet (die school) die tot klas 4 was gevorderd. In de aanloop naar het eerste HAVO examenjaar organiseerde de school werkweken voor de vierdeklassers. Zij konden kiezen uit vijf dagen naar Berlijn, vijf dagen naar Londen en vijf dagen naar Parijs. Eén keer raden op welke stad mijn keus viel.

Ik had geen idee dat het oproer keihard kraaide in Parijs. Anders had ik ongetwijfeld voor Londen gekozen. (Om de één of andere reden zag ik niet veel in Berlijn. Vooroordeel, denk ik). Ik moet opeens denken aan Turks Fruit, waarin de vader van dat meisje (heb het boek wel, maar kan het niet vinden) tot vervelens toe telkens dezelfde witz tapt: "Ken je die mop van dat meisje dat naar Parijs ging? Nou, ze is niet gegaan." Mijn oom Roel zaliger vertelde hetzelfde mopje lang voor Turks Fruit verscheen, maar dit terzijde.

Ik had dus voor Parijs gekozen toen daar nog geen vuiltje aan de lucht was. De reis zou, als ik mij goed herinner, de tweede helft van mei plaatsvinden. Dat werd dus een zeperd. Aanvankelijk gleden de studentenrellen langs mij heen. Relletjes had ik al zo vaak meegemaakt in Amsterdam. Het zou wel loslopen. Sterker nog, het kwam niet eens in mij op dat Daniel Cohn-Bendit hoogstpersoonlijk mijn snoepreisje naar Frankrijk onmogelijk zou maken. Waarschijnlijk ging ik er heel naïef van uit dat we in Parijs gewoon met een boog om die rellen heen zouden lopen. Wist ik veel dat sommigen al tot de overtuiging waren gekomen dat de Tweede Franse Revolutie was uitgebroken?

Achteraf gezien was dat tamelijk overdreven, ook al behelsde het oproer meer dan een studentenverzetje. Maar de ware revolutionairen moeten diep teleurgesteld zijn geweest toen de tienduizenden met hen mee marcherende arbeiders zich tevreden lieten stellen met een leuke loonsverhoging. De studenten namen genoegen met vergaande toezeggingen voor democratisering van de universiteiten en weg was de revolutie. De straten van Parijs waren na een paar weken spierballenbarricadentaal weer schoon. Alsof George Pompidou, de gewiekste opvolger van Charles de Gaulle, er een wasmiddel met een nieuwe formule aan had gewaagd.

Pompidou's interventie kwam net te laat om onze werkweek te redden. Terwijl de overige vierdeklassers zich vergaapten aan Londen en Berlijn, mochten de gestrande Parijs-reizigers zich vermaken in een tot namaak Franse bistro omgebouwd klaslokaal. Ondertussen werd koortsachtig gewerkt aan een last minute reisje en die inspanningen wierpen resultaat af. De aanvankelijk zo teleurgestelde francofielen onder de leerlingen werden gecompenseerd met drie dagen Brussel. Mwahh, nou ja, we vonden het beter dan niets, ondankbare honden die we waren. Waarschijnlijk had de schoolleiding hemel en aarde moeten bewegen om tot een sluitende organisatie van dat alternatief te komen (je kon niet even googlen om te kijken wat er nog aan voordelig geprijsde hotelaccommodatie in België beschikbaar was).

Enfin, het was begin juni toen we met een touringcar naar Brussel reisden. Van die drie dagen kan ik me niets anders herinneren dan dat ik een reserve lange broek uitleende aan de buschauffeur die blijkbaar iets over zijn pantalon had gekregen en die de volgende dag vroeg of hij mijn broek mocht aanhouden, aangezien hij in het casino een klein fortuin had gewonnen en hij er ten diepste van overtuigd was dat die mazzel niet aan zijn kont maar aan mijn broek hing.

U zult zich misschien afvragen waarom ik bijna niets meer van dat reisje weet, maar wel dat het begin juni plaatsvond. Dat komt doordat ik even iets heb opgezocht via google. Ik herinner mij namelijk nog wel haarscherp dat we in die touringcar zaten toen het bericht kwam dat een moordaanslag was gepleegd op Robert Kennedy. En ik herinner me ook de verslagenheid onder die pubers van toen en hun docenten. Want het werd wel een beetje veel na Martin Luther King en John F. Ja, dat herinner ik me nog goed. Maar het is waar: de aanslag op Robert Kennedy vond niet plaats tijdens de meidagen van '68. Sirhan Sirhan schoot de onstuitbaar in de Democratische voorverkiezingen oprukkende presidentskandidaat op 5 juni 1968 neer. Een dag later stierf Robert Kennedy aan zijn verwondingen.

Nu weet ik ook weer waarom ik niet zoveel heb met de meidagen van 1968. Ze verbleken bij wat er een week na mei 1968 gebeurde.