Revelatie van de Tour
Zo, de Tourmalet hebben we ook weer gehad. Herbert Joeks, Maartje Ducrot en Bogey voelden het kriebelen in hun benen. Dit in tegenstelling tot de renners, die hun benen niet meer voelden. De mooiste uitspraak van het Cocktail Trio vond ik: "Mentsjov komt makkelijk mee." Op dat moment lagen Schleck en Contador zo'n anderhalve minuut voor op de achtervolgende groep waarin Dennis Mentsjov en Robert Gesink dapper meereden. Ik weet niet wat erger is: de Tourmalet oprijden of naar het commentaar van Maartje Ducrot luisteren. Goeie genade, wat een ouwehoer is dat. Maar nu het gekke: je raakt er na een tijdje bijkans aan verslaafd.
In een elke dag verder uit ons zicht verdwijnend verleden heeft Maartje niet onverdienstelijk gekoerst. Hij won zelfs een etappe in de Tour de France en dat kan ik hem niet nazeggen. Ik heb wel in 1984 en 1985, als sportverslaggever, in totaal anderhalve Tour de France mogen meebeleven. Fascinerend. Sinds Maartje in het peloton meereed, is er veel veranderd. Het probleem is echter dat Maartje daar geen boodschap aan heeft. Hij haat bijvoorbeeld de 'oortjes' die eigentijdse communicatie tussen renners en ploegleiders mogelijk maken. Het is een vorm van conservatisme die je bij veel mensen aantreft. Zij nemen zichzelf als referentiepunt. Dus omdat er in Maartjes tijd geen 'oortjes' waren, hebben ze nu geen recht van bestaan. Als je die redenering doortrekt, kom je vanzelf bij de oudste Tourhelden uit, die hun gebroken frame eigenhandig bij de plaatselijke smid repareerden, omdat elke vorm van hulp onderweg verboden was. Die slaven van de weg zouden op hun beurt Maartje Ducrot een watje hebben gevonden.
Bogey staat nog dicht bij de renners van nu. Dat levert leuke dialogen op met Maartje. Je hoort Bogey af en toe denken: Wat een eikel is dat. En toch, ik memoreerde het al, treedt na bijna drie weken Tour een soort verslaving op. Ik heb het bij de Belg geprobeerd en ook bij Eurosport, maar om één of andere onnaspeurlijke reden zap ik toch steeds weer terug naar Nederland 1. Het zal wel iets met spruitjes te maken hebben. Ik ben niet gek op dat gerecht, maar het hoort wel bij me.
Gelukkig zit ik regelmatig in de auto en dan luister ik naar Gio en Sebas. Een verademing in vergelijking met wielerpsychiater Maartje Ducrot. Maar de grote revelatie van deze Tour is voor mij Dione de Graaf. Ze presenteert van twee tot vier uur 's middags Radio Tour de France en dat doet ze zo aanstekelijk dat ook niet wielerliefhebbers met plezier naar het programma luisteren. Ik weet dat uit de eerste hand, namelijk van mijn echtgenote. Zeg "Andy Schleck" tegen haar en ze kijkt je verwonderd aan, maar Dione heeft haar hart gestolen. Vergis u niet, Dione weet heel goed waar het over gaat, maar tegelijkertijd is ze volkomen zichzelf: een dame zonder puntige ellebogen, die gewoon haar werk met plezier wil doen. Dat plezier weet ze op de luisteraar over te brengen. Als haar klaterende lach uit de luidspreker opklinkt, trekt er vanzelf een glimlach rond je lippen en vergeet je even dat je in een file van vier kilometer staat.
Jammer dat Maartje Ducrot geen tijd heeft om naar Radio 1 te luisteren. Dan zou hij zelf kunnen horen dat eigentijds heel leuk kan zijn.