Het duo Hard & Leers
- Welkom heren. Meneer Hard, u bent de Eerste Minister. Die in mijn programma komt. Een gedenkwaardig moment. En u, meneer Leers, u bent weliswaar de tweede burgemeester die ik welkom mag heten, maar de eerste kwam uit een gemeente met net aan vijfduizend inwoners. Ik geloof dat hij mest onder zijn schoenen had, want we hebben de studio nog dagenlang met allesreiniger moeten schoonmaken. Ik wil graag met u beginnen, meneer de minister. En mijn eerste vraag ligt voor de hand: Wat vindt u van het rapport? Een domper?
- Helemaal niet! Dat ziet u verkeerd. Ik ben heel blij dat het rapport mij in geen enkel opzicht ook maar enig verwijt maakt over de diefstal in de garderobe van het Kamergebouw.
- Pardon? Werd u daar dan van verdacht?
- Nou ja zeg, doet u niet zo naïef. Als minister lig je per definitie onder vuur. En zo'n onafhankelijke commissie heeft als grote nadeel dat je haar niet kunt beïnvloeden. Dus dan kan het alle kanten opgaan.
- Maar wat heeft dat met een diefstal te maken?
- Dat weet je maar nooit. Een loslippige bode, een Kamerlid van de oppositie... Enfin, voor je het weet word je in staat van beschuldiging gesteld. Maar dat gebeurt nu dus niet, want de commissie heeft klip en klaar NIET geconcludeerd dat deze minister ook maar enige betrokkenheid heeft bij de garderobe-affaire.
- Ik kom zo bij u terug, excellentie. Nu even meneer Leers. Burgemeester, in feite wordt u beschuldigd van belangenverstrengeling, nietwaar?.
- Kom kom, tuut tuut, ho ho! Het is precies andersom.
- Nou, dat lijkt mij ietwat bezijden de waarheid, met uw welnemen. In uw rapport staat dat u de schijn van belangenverstrengeling hebt gewekt en...
- Precies! De Schijn! Maar schijn bedriegt!
- Dus u hebt niet met die ambassadeur gesproken over dat tweede huis?
- Jawel, jawel, maar ik heb hem steeds gezegd dat het hier om een privébelang ging. U kent mij, ik ben nu eenmaal de kampioen van de integriteit.
- Ja maar... U denkt toch niet dat elke Nederlander net zo gemakkelijk als u toegang kan krijgen tot een ambassadeur? Daar hebt u uw burgemeesterschap voor gebruikt.
- Nee, nee. Ik heb laten weten dat de burgemeester graag als privé persoon de ambassadeur wilde spreken. Ik zou bijna zeggen: kan het integerder?
- Meneer de minister, we laten die garderobe even rusten, want het rapport ging over iets heel anders.
- Ja, en dan moet ik toch zeggen dat ik de conclusies van de commissie helaas niet deel. De commissie heeft goed werk verricht, maar ja we leven in een democratie hè, dus je mag met elkaar van mening verschillen.
- Eh, dat wel, maar volgens mij liggen er feiten op tafel die voor zichzelf spreken.
- Die moet ik nog bestuderen, maar ik kan u al wel zeggen dat ik het in het algemeen niet eens ben met die conclusies die nadelig kunnen zijn voor mijn politieke loopbaan.
- Burgemeester, geldt dat ook voor u?
- In brede zin ja, maar denkt u nou vooral niet dat dit een CDA-trekje is. En bovendien, bij mij ligt het toch anders. Ik heb het land niet in een oorlog meegesleept. Laten we eerlijk zijn, zo'n tweede huis valt in het niet bij de wandaad van de minister.
- Wat krijgen we nou? Ga jij je over mijn rug vrijpleiten, Leers? Moet ik dit van een partijgenoot accepteren?
- Heren, heren, alstublieft! Mag ik u beiden danken voor uw komst naar de studio? En luisteraars, dan nu een gouwe ouwe. Herinnert u zich deze nog-nog-nog? Hier komt Drukwerk met: Je loog tegen mij.