Drinken uit een olifantendrol
Even een gewetensvraagje: Hoe vaak belandt u moederziel alleen en zonder proviand in een woestijn waar het al jaren niet geregend heeft? Ik zelden of zeg maar gewoon nooit. Toch kijkt u, net als ik, gefascineerd naar televisieprogramma's waarin jongeheren van stavast zichzelf op onherbergzame plekken met vrijwel niets in leven houden. Survivaltévé. Je hoeft me er niet voor wakker te maken, want dat soort programma's wordt toch al meestal laat op de avond uitgezonden. Maar als ik er één voorbij zie komen, is het zappen even over en kijk ik geboeid zoniet geobsedeerd naar wat ik de hoogste vorm van decadentie zou willen noemen.
Decadentie ja. Je moet wel helemaal van de pot zijn gerukt om alle comfort van het kapitalisme achter je te laten teneinde in een deel van Afrika waar de Afrikanen zelf niet eens willen komen een lijdensweg van honger, dorst en andere ontberingen af te leggen. Toch zijn er malloten die dat doen en ze worden er nog razend populair mee ook. Neem Ray Mears, een ietwat bol ogende man met de innemende blik van een welzijnswerker. Niks zachte sector! Ray survivalt zich een slag in de rondte. Hij voorziet er mee in zijn levensonderhoud zogezegd. Als het ergens op de wereld koud, kaal en van elke levende ziel (behalve wilde dieren) verlaten is, kun je je horloge er op gelijk zetten dat Ray daar opduikt.
Laatst zag ik hem ergens in Afrika op de savanne. Het liep al tegen de avond. Niets te eten, niets te drinken en een troep hongerige leeuwen binnen handbereik. Ik zou van de zenuwen niet eens meer kunnen lopen, maar Ray heeft daar totaal geen last van. Monter trekt hij een groot mes uit zijn broeksriem en begint er mee in de gortdroge bodem te poeren. Tien tegen één dat er een maaltje groenvoer uitkomt waarvan alleen Ray wist dat het precies daar onder de grond op hem lag te wachten. Hij weet ook exact hoe het spul heet, dat het buitenste blad giftig is en het binnenste blad juist smakelijk als je tenminste de onderkant tot poeder wrijft en met een beetje spuug die heerlijk zoete 'flavour' geeft waar de inheemse bevolking zo gek op is. Even met twee stokjes een vuurtje maken en in een ommezien zit Ray zo heerlijk te smikkelen dat bij menige kijker het water door de mond loopt. "Mmmm, that tastes quite good," zegt Ray met veel gevoel voor understatement. Het vocht uit de bladeren van de happiehappieboom completeert een dineetje waarvoor de chef kok van een tweesterren restaurant zich niet zou hoeven schamen.
Na de maaltijd springt Ray kwiek overeind, want het is hoog tijd om een veilige slaapplaats te fabriceren. Waar hij het vandaan haalt is mij een raadsel, maar Ray weet wederom tot in het kleinste detail hoe je van takken een leger moet construeren waar zelfs de sterkste leeuw geen vat op kan krijgen. Je ziet hem slepen, buigen, vlechten en knopen tot er een soort Ray's Motel staat. Als hij klaar is, kijkt Ray tevreden naar het bouwwerk, gaapt demonstratief en duikt weldra op zijn bed van bladeren om van een verdiende nachtrust te genieten. Ik denk dan bij me eigen: die Ray is daar met een Landrover gekomen, dat kan niet anders. Waarom kruipt hij daar niet lekker in? Maar dat hoort nu eenmaal niet bij het programma.
Het alleredecadentste (zou dat eigenlijk een woord zijn?) en tevens het smerigste dat ik ooit op het gebied van survivaltévé heb gezien was een zogenaamde overlevingsactie van Bear Grylls, een ook al super populaire survivaltévépersoonlijkheid (zou ook dat een woord zijn?). Bear, die eigenlijk Michael heet, heeft een militair verleden op het niveau SAS, dus die weet wel wat overleven inhoudt. Maar moest hij nou echt zo nodig in een desolaat Afrikaans landschap demonstreren hoe je vocht kunt knijpen uit een olifantendrol? En moest hij dat vocht nou echt voor de camera in zijn westerse keelgat gieten? Ik bedoel, hoe vaak zwerft een normaal mens überhaupt in een door droogte geteisterd landschap rond en hoe groot moet het toeval zijn dat die mens dan ook nog eens op een versgebakken olifantendrol stuit? Volgt u alstublieft niet Bears voorbeeld, ook niet als u in Artis bent, want die olifantendrol is afgeladen met bacteriën en het is dus niet denkbeeldig dat wat er van boven ingaat in honderdvoud... Enfin!
De populariteit van survivalprogramma's zegt veel over wie wij in onze van luxe druipende wereld zijn geworden en welke prikkels wij kennelijk nodig hebben om nog ergens voldoening in te vinden. Want u dacht toch niet dat je zo'n programma in Afrika hoeft te vertonen? Nou ja, misschien dat er enige belangstelling voor zou kunnen bestaan. Maar dan moet je het brengen als reality tv.