Groeten uit (on)veilig Almere
Ik kom regelmatig bij het Centraal Station in Almere. Ook als er geen conducteurs in elkaar geslagen worden. Er is daar een supermarkt die één van mijn favoriete witte wijnen verkoopt en ik haal wel eens een familielid op dat in de avonduren op het CS Almere arriveert. Jaren geleden ben ik eens op twee wielen naar dat station gescheurd. Mijn jongste dochter had opgebeld met de mededeling dat zij door een man werd gevolgd. "Laat haar onmiddellijk naar café 't Boemeltje gaan," riep ik tegen mijn echtgenote die dochterlief aan de lijn had. Ikzelf was al onderweg naar mijn auto. Toen ik op het station aankwam, was die man verdwenen. Althans, dat zei mijn dochter. Later bleek dat het een leugentje om bestwil was, want ze zag al voor zich hoe haar vader als een soort Flevolandse Hulk door een legertje agenten werd afgevoerd.
Het Centraal Station in Almere heeft 's avonds iets van een havengebied in een verlopen stad. Iets schimmigs, iets duisters, alsof er een mist hangt die in het Londen van Sherlock Holmes decor was van huiveringwekkende misdaden. Ik denk dat ik een beetje overdrijf, maar toch... Je voelt je er niet senang, zal ik maar zeggen. En dan ben ik een mannetjesputter wiens handen zijn geregistreerd als dodende wapens. Ik denk dat ik weer een beetje overdrijf, maar het gaat om het idee.
Rond het CS Almere hangen 's avonds groepjes mensen rond die daar volgens mij niet zoveel te zoeken hebben. Ik denk niet dat ze op een trein wachten, want dan zijn ze wel erg vroeg gekomen. Ze zien er ook niet uit als treinpassagiers. Die hebben meestal iets gehaasts. Vreemd woord, als je het zo ziet staan, maar dit geheel terzijde. Als er iets is dat die stationsfiguren niet hebben dan is het wel haast. Ze staan er bij alsof ze nooit meer weg willen gaan. Een uiterlijke beschrijving van het CS-volkje laat ik maar achterwege, want ik wil niet graag voor racist worden uitgemaakt door dezelfde politiek correcte 'opinionleaders' die liever wegkijken als winkeliers rond het CS Almere worden geterroriseerd of als twee conducteurs in elkaar worden geslagen. Ik denk dat ik nu voor de verandering helemaal niet overdrijf.
Als ik mij 's avonds rond het station begeef, probeer ik er uit te zien als een politieman in burger. Een stille zogezegd. Ik denk dat ik niet overdrijf als ik stel dat ik daar over het algemeen vrij aardig in slaag. Dat merk ik aan de behoedzame blikken die mij worden toegeworpen. Af en toe brom ik iets in een blijkbaar onzichtbaar microfoontje dat aan mijn kraag bevestigd zou moeten zijn en vervolgens druk ik op mijn oorschelp om de indruk te wekken dat zich daar het allernieuwste, vleeskleurige hoogstandje der communicatietechnologie bevindt. Maar ik kan me voorstellen dat je als vrouw iets bijzonder gehaasts krijgt in die duistere sfeer van het CS Almere. Ja duister, dat is het woord. Volgens mij gebeuren er dingen die het daglicht niet kunnen verdragen zonder dat je er de vinger op kunt leggen wat dat dan precies is.
Ik woon al sinds de eerste honderd inwoners in Almere en ik hou zielsveel van mijn stad. Maar ik weiger mijn blik door die liefde te laten vertroebelen. Het gaat namelijk niet goed met Almere. Sociaal gezien. De ruimtelijke ontwikkeling verloopt voorspoedig en als het kabinet ook maar een knip voor de neus waard is, worden de komende jaren miljarden geïnvesteerd in de verbetering van de verbindingen met het oude land, zoals wij Almeerders dat noemen. Dat alles heeft te maken met De Schaalsprong. Den Haag wil graag dat Almere in nauwelijks vijfentwintig jaar tweemaal zoveel inwoners krijgt als nu. We zijn er in de gemeenteraad druk mee, maar helaas hebben nog niet alle raadsleden in de gaten dat sociale onveiligheid als een sluipend gif door de stad kruipt. Dat is de basis voor extremiteiten als het intimideren van buschauffeurs, het niet voor de buit maar om de kick overvallen van supermarkten en het in elkaar slaan van treinconducteurs.
Op de radio hoorde ik iemand zeggen "De Flevolijn is een agressielijn" en ik dacht: Fijn om te weten, maar wat doen we daar dan aan? Tja... We treden op als er weer een kalf verdronken is. En we dempen niet eens de put. Die zes idioten hadden in de trein al moeten worden aangehouden. Daar misdroegen ze zich, maar de menskracht ontbrak om de veiligheid van passagiers en personeel te garanderen.
Symptoombestrijding. Dat is wat we doen in Almere. En ondertussen leggen we de rode loper uit voor de Mislukte Mozart met de zachte g. Wedden dat Geert Wilders binnenkort met de trein naar Almere komt?
Of overdrijf ik nu?