Onze jongens van stavast
Ik heb zojuist nog even Teletekst en de website van Voetbal International geraadpleegd, maar er zijn geen nieuwe ontwikkelingen. Nou ja, Robben traint apart, dat wel, maar Mathijsen is weer fit. Eerlijk gezegd wist ik niet eens dat Mathijsen iets mankeerde. Ik let er niet zo op bij types als Mathijsen. Wat dat betreft ben ik een echte Nederlandse voetalliefhebber. Verdedigers zijn een noodzakelijk kwaad. Het gaat om de Robbens, de Van Persies, de Sneijdertjes en de Van der Vaarten. Joris heet-ie van z'n voornaam, Mathijsen bedoel ik. Dat klinkt weinig uitnodigend en al helemaal niet eigentijds. Nou ja, als hockeyer zou hij met die voornaam nog wel kunnen wegkomen, maar in een voetbalstadion hoor ik het Oranjelegioen niet gauw "Joris, Joris" scanderen.
Het vervelende van die voetbalvedetten is dat ze vandaag de dag zo breekbaar zijn. Goeie genade, die gassies lijken wel van porselein! Ze raken al geblesseerd als je hen doordringend aankijkt. Probeer het maar eens. Werp Arjen Robben een priemende blik toe en tien tegen één dat hij even later het trainingsveld verlaat om een ijszak over zijn ogen te laten leggen. Arjen is sowieso een zorgenkindje. Hij kan zomaar zijn enkel verzwikken als er iets te hard een bal tegenaan komt. Verder heeft hij hamstrings die het bijzonder goed zouden doen op een Stradivarius, zo delicaat maar ook zo fragiel zijn ze. Vandaar dat de bondscoach met Arjen geen enkel risico neemt. Zodra hij ook maar een vloekje met Groningse tongval hoort, stuurt hij Arjen regelrecht naar een ander veld om 'apart van de groep' te trainen. Let je wel op met dat soort uitdrukkingen, Bert? In Zuid-Afrika kun je het woord 'apart' misschien beter vervangen door 'gescheiden van'.
Een legertje sportverslaggevers volgt de fysieke wederwaardigen van onze Oranjehelden op de voet. Als oud-sportjournalist doe ik de suggestie om op de School voor de Journalistiek het vak 'Kennis van het menselijk lichaam' in te voeren. Dat geeft met name voetbalverslaggevers wat meer houvast als ze weer eens een multi miljonair met kanariegele voetbalschoenen van het trainingsveld zien strompelen. En het voorkomt dat wij in het vaderland telkens met jobstijdingen worden geconfronteerd. Zoals de afgelopen dagen toen de melding doorkwam dat Robben geblesseerd was geraakt. Je denkt dan onwillekeurig toch aan die hamstrings, maar gelukkiig waren het slechts zijn heupen. Beetje stijf. Een romantische avond met de vrouw in een berghotelletje doet wonderen, maar het zal wel een kastijding op de massagetafel zijn geworden.
Vroeger hadden we Johan Neeskens, jongens en meisjes. Die werd een keer of twintig, vijfentwintig per wedstrijd keihard onderuit gehaald, geëlleboogd, over de zij- dan wel achterlijn geschopt en/of onder de grond geschoffeld, maar hij stond altijd weer op. Ajax-verzorger Salo Muller dankte zijn uitstekende conditie in hoge mate aan Neeskens, die overigens zelf ook heel goed kon uitdelen. Maar niet zeuren, weet je? Niet na een botsinkje met een ploeggenoot het trainingsveld verlaten om in het ijs te worden gezet. Niet als een onuitstaanbaar patsertje over het trainingsveld drentelen, zoals Sneijder dat onlangs deed. Gewoon voetballen, bikkelen, vallen en weer opstaan.
Dirk Kuyt komt nog het dichtst bij de no nonsense voetballers van weleer in de buurt. Geblokt, gespierd, onvermoeibaar, onversaagd. Een krijger. Maar ja, Van Persie scoort natuurlijk straks die luid bejubelde gelijkmaker. En Robben maakt het winnende doelpunt met een schot van 25 meter na een solo die begon op eigen helft. Wij uit ons dak, zij in het ijs.