Met Oranje op herhaling

Ik liep met mijn hond Betsy door het park. Je kon er een blad horen vallen. Vogels kwetterden er vrolijk op los. Ze werden nu en dan onderbroken door het geluid van een routineus bespeelde vuvuzeela. Ik dacht aan de avond toen Ajax, in Wenen, zijn vierde Europa Cup 1 won. Toen wandelde ik in een voorjaarsregentje door hetzelfde park. Net als gisteravond waren mijn oren als antennes op omgevingsgeluiden gericht. Destijds hoorde ik een lichte orkaan van gejuich uit het clubgebouw van de voetbalvereniging opstijgen. Gisteravond kwamen de vreugdekreten tot twee keer toe van overal. Er werd ook vuurwerk afgestoken wat door Betsy geenszins op prijs werd gesteld.

Ook zonder het telefoontje van mijn dochters, die al hadden geraden dat de spanning mij teveel was geworden, kon ik aan de hand van de geluidsgolven vaststellen dat het 3-1 voor Nederland was. Finale dus. Duitsland? Spanje? Dat weten we vanavond. Eerlijk gezegd hoop ik op Spanje. Niet dat ik ook maar iets tegen Duitsers heb, laat staan tegen deze Duitse ploeg, maar ik heb niet zo'n zin in een herhaling van de geschiedenis. In 1974 was ik vierentwintig en al bijna vijf jaar als journalist werkzaam bij De Telegraaf/De Courant Nieuws van de Dag. Ik was tot mijn grote vreugde voor de duur van het WK voetbal als redacteur toegevoegd aan de Telesportredactie. Het betekende dat ik alle wedstrijden van Oranje kon volgen via het televisietoestel dat speciaal voor die gelegenheid op de redactie aan de Nieuwezijds Voorburgwal was geïnstalleerd. Chef Telesport was Anton Witkamp, een kleine generaal die voor de gewoonte had met een slokje op links en rechts mensen te ontslaan die de volgende dag gewoon op de redactie terugkeerden waar hij hen teder in de armen sloot. Witkamp schreef met grote regelmaat een Telesport Opinie, waarvan ik de inhoud mondeling in schoolduits aan een mevrouw van Bild Zeitung overbracht. Ik noemde de Telesportbaas Herr Doktor Wittkampf, want dat klonk zo gewichtig.

Het WK verliep buitengewoon voorspoedig. Nederland speelde de ene wedstrijd nog aansprekender totaalvoetbal dan de andere. Brazilië kon schoppen en schaven wat het wilde, maar werd onverbiddelijk aan de zegekar gebonden. We stevenden rechtstreeks af op de finale. Voor mij was het toch een euforische periode, want tijdens het WK werd mijn jongste dochter geboren. Ik herinner me dat ik met een collega op de kraamafdeling van het VU ziekenhuis arriveerde vlak nadat Nederland een belangrijke overwinning had geboekt. We hadden er een glaasje op gedronken en ons nadien met rollen pepermunt van alcoholische dampen ontdaan. Maar we waren opmerkelijk uitgelaten en wellicht ietwat onvast ter been.

Die finale. Tegen Duitsland. In München. Kunstvoetbal tegen Duitse zakelijkheid. Cruyff contra Beckenbauer. Heel symbolisch, aanvaller tegen verdediger. Op de redactie van De Telegraaf was een verslaggever van Bild Zeitung neergestreken. Hij moest verslag doen over de sfeer in Nederland. Zelden heb ik zo'n kruiperig sujet meegemaakt. Voor de wedstrijd liep hij er als een geslagen hond bij. Aan iedereen die het maar horen wilde liet hij weten dat Holland de grote favoriet voor de Coupe Jules Rimet was. Maar het liep dus anders en na het duel speelde hij met verve de act van de verbijsterde winnaar, die zo enorm goed kon meevoelen met de door berekenende burgermannetjes verslagen kunstenaars. Ja, ja...

Als ik er aan terugdenk hoe groot de kater na die finale was, zou ik haast wensen dat zo'n toernooi niet met één winnaar hoefde te eindigen. Gewoon twee finalisten die automatisch allebei wereldkampioen zijn en die een demonstratiewedstrijd spelen ter afsluiting van het toernooi. Maar zo gaat dat dus niet. We moeten de hele beker leegdrinken. Net als in 1974. Nadat we de krant hadden 'wegggemaakt', zoals dat heette, vertrokken we massaal naar de naast het Telegraafgebouw gelegen Dubbeldekker Bar. Daar deed de uitbater prima zaken. Achter de bar was een grote zaal met namaak Amsterdamse geveltjes waar regelmatig partijen werden gehouden. In de kleine uurtjes verplaatste het 'katerfeest' zich naar die locatie. Toen we in polonaise door de ruimte trokken, verscheen opeens een Frans echtpaar met twee kinderen in de deuropening. De man kwam niet verder dan "Parlez vous..." want hij werd met echtgenote en grut onmiddellijk in de polonaise getrokken.

Ik heb mij sindsdien regelmatig afgevraagd of die man tot de volgende ochtend in de veronderstelling heeft verkeerd dat Nederland wereldkampioen voetbal was geworden.