Op zoek naar Pitralon
Het gebeurde op een zeurderige wintermiddag in het Stadshart van Almere. Ik had bij V&D een dvd gekocht met 300 minuten Nicholas Nickleby in de vertolking van Nigel Havers, want in weerwil van mijn ruwe bolsterimago ben ik in feite een soete suikerbol die al begint te sniffelen zodra de titelrol van zo'n verfilmde Dickensvertelling begint te draaien. (Kunt u iets bondiger zijn, meneer? Ik doe mijn best, ik doe mijn best, maar wijdlopigheid is mij blijkbaar met de paplepel ingegoten). Welaan, ik stond op het punt het warenhuis te verlaten, toen ik een doordringende geur opsnoof, die een wilde werveling van gedachten en associaties in mij losmaakte. Mijn hoofd draaide zich als vanzelf om en in plaats van de winkel te verlaten, keerde ik terug op mijn schreden. Even later stond ik op de roltrap achter een flink uit de kluiten gewassen man van rond de veertig, die naar later bleek op weg was naar het hooggelegen La Place, alwaar hij met een op alle onderdelen twee maten te groot uitgevallen dame had afgesproken. Hoe noemen ze dat toch? Ik kan het woord niet vinden. Niet wulps, maar... Enfin, ordinair maar kraakhelder.
Nietsvermoedend trommelde de man met zijn rechterhand op de rubberen roltrapleuning. Ik zag een enorme zegelring met een briljantje er op, maar mijn grootste aandacht ging uit naar de geur die door de man werd verspreid.
PITRALON! Het leed geen twijfel. Die lucht herken ik uit duizenden. Hoe kwam die man in vredesnaam aan een flesje Pitralon? Ik wist niet beter of die goedkope after shave was nergens meer verkrijgbaar. De welvaart heeft ons verwend zoniet verpest. Vroeger maakten niet alleen kleren maar ook reukwaters de man. Aan de hand van het after shavegebruik kon je een goede inschatting maken van iemands plaats op de maatschappelijke ladder. Die tijd is voorbij. De laatste keer dat ik een opmerking hoorde die het verband legde tussen after shave en maatschappelijke positie was toen een goede kennis van al even goede komaf zijn neus tegen mijn kin legde en tegen het gezelschap waarin wij verkeerden opmerkte: "Zeg lui, Frits is geparfumeerd!" Zelfs de simpelste ziel spuit tegenwoordig minimaal Hugo Boss op de wangen. Zelf ben ik gek op Chanel Allure, maar een blik in de badkamer levert Boss, Dolce & Gabbana en zelfs een Davidoffje op.
Noem het weemoed, maar ik beken eerlijk dat ik soms verlang naar de Fresh Up van mijn vader of naar een flinke scheut Pitralon. Merkwaardig genoeg weet ik niet waarom die laatste after shave mijn emoties zo beweegt. Ik heb in vroeger jaren wel eens zo'n flesje gebruikt, maar ik kan het niet in verband brengen met een warme herinnering. Wel meen ik te weten dat het om een Duits merk gaat, al zou ik dat moeten natrekken. Misschien is het zo dat die geur, lucht, nee zeg maar gewoon stank iets vervlogens, zo dit al een woord is, in mij wakker maakt. Iets wat was en nooit meer zal zijn en dat dan toch opeens, heel even, voorbijtrekt bij V&D, waarna het voor je 't weet vervliegt... Wie zal het zeggen?
Zo stond ik op een zeurderige wintermiddag in La Place een beetje gegeneerd langs de Pitralonman en zijn geliefde - hij hield haar grove hand in een tedere bankschroef geklemd - te staren. Zogenaamd zoekend naar mijn 'afspraak', liep ik het tweetal onverschillig voorbij. Vlak naast de man bleef ik even staan. Geluidloos snoof ik de stank van Pitralon op en huiverend zocht ik mijn weg naar de roltrap.
Buiten voelde ik dat mijn ogen traanden. Het kwam niet door Fisherman's Friend, maar door een sterker spul.