GeenStijl geen punt (NL)
Na zorgvuldige afweging en met een gevoel van dapperheid dat ik als politicus in lange tijd niet meer heb ervaren, doe ik hierbij een onthulling waar ik over twintig jaar nog wel eens problemen mee kan krijgen: Ik lach me rot om GeenStijl. Misschien kost het mij ooit een even aantrekkelijke als riant beloonde positie in het publieke domein, maar ik behoor niet voor niets tot de grote leiders van het Naoorlogs Verzet. Ze zullen me wel weer een populist noemen, de politiek correcten die de website van het schelmengilde in koor veroordelen. Het zij zo, men kan niet iedereen te vriend houden. En daarom zeg ik tegen de tot het niveau van de streepjespakken opgeklommen praatjesmakers uit de jaren tachtig: Helaas, (ook) hier scheiden zich onze wegen.
Schelmen zijn het, de schrijvers van GeenStijl. Deugnieten, rakkers, schavuiten desnoods, maar veel erger is het niet. En het heeft niveau. Ze produceren actualiteitscolumns in doorgaans fautleaus Nederlands. Nieuws dus dat op een geheel eigen wijze wordt 'geduid'. Niet zelden door de hoofdrolspelers in de nieuwsberichten een paar verbale muilperen toe te dienen. Dat is natuurlijk niet leuk als je zo'n hoofdrolspeler bent, maar als ik een hoge boom was, ving ik toch liever de wind van GeenStijl dan die van de blèrende analfabeten die je op zoveel andere websites en fora tegenkomt.
De Fleischbaums, prof. Hoxha's, Brusselmansen en Pritt Stifts van GeenStijl zoeken de grenzen, gaan er heus wel eens overheen, maar op die website vindt echt geen moord en doodslag plaats, zoals sommigen ons proberen wijs te maken. En trouwens, voor het echte kwetsen moeten we wederom terug naar de jaren tachtig. Herinnert u zich deze nog-nog-nog? We schrijven 1984. De PC Hooftprijs wordt toegekend aan Hugo Brandt Corstius. Althans door de jury. De minister van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur, mr. Elco Brinkman, steekt er een stokje voor. Volgens de bewindsman heeft Brandt Corstius "het kwetsen tot instrument gemaakt". Ofschoon de jury unaniem is in zijn oordeel (zelfs juryvoorzitter Cornelis Verhoeven stemt voor, ook al is hij door Brandt Corstius voor 'gluipkop' uitgemaakt) heeft de minister op basis van het juryreglement de bevoegdheid zijn veto over de toekenning van de prijs uit te spreken.
Ja jongens en meisjes, ook dat waren de jaren tachtig. Oom Hugo stond mooi met lege handen. En met hem al zijn alter ego's: Piet Grijs, Jan Eter, Stoker, Victor Baarn, Hugo Battus, Battus, drs. G. van Buren en de toen reeds overleden Raoul Chapkis. Foute beslissing van de minister, foute beslissing van het kabinet, heel erg foute steun van de VVD-fractie onder leiding van Ed Nijpels. Die Brandt Corstius kon er wat van! Vergeleek minister Onno Ruding (Financiën) doodleuk met Adolf Eichmann, één van de architecten van de holocaust. Bij zoveel geweld vallen de Tijl Uilenspiegeltjes van GeenStijl in het niet.
Twee andere winnaars van de PC Hooftprijs lieten zich evenmin onbetuigd als het op schimpen en schelden aankwam. Gerard Reve, die de prijs in 1968 ontving, schreef eens (en ik citeer vrij, want ik kan het letterlijke citaat zo gauw niet vinden): Weg met Ajax, weg met Feyenoord. Dood aan de arbeiders. Het is jammer dat bij een voetbalwedstrijd niet beide partijen kunnen verliezen en dat er zo zelden doden bij vallen. Zo, die zat! Afgezien van wat rechtse gristenen tekende niemand protest aan tegen zo'n ontboezeming. Integendeel, half intellectueel Nederland lag in een deuk. Het was literatuur moet je rekenen. W.F. Hermans weigerde de PC Hooftprijs in 1971, maar van overheidswege wordt hij toch geacht hem te hebben ontvangen om de simpele reden dat de prijs hem nu eenmaal is toegekend. Detail. Wel eens Mandarijnen op zwavelzuur gelezen? Daarin noemt Hermans de eerbiedwaardige mr. G.B.J. Hiltermann consequent Hitlermann.
Ik bedoel maar. Harde taal is eeuwenoud. Als we de schelmen van GeenStijl met andere tijden vergelijken, komen ze er haast als padvinders uit. Daarom zeg ik: die aanvallen op GeenStijl zijn afleidingsmanoeuvres van mensen die jarenlang hebben geweigerd de hand in eigen boezem te steken en gaan piepen als een ander zijn vlerk in hun décolleteetje propt. Ga zo door pseudoniemen van GeenStijl. Ik blijf lachen. En als jullie mij een keertje aanpakken, kan ik altijd nog overlopen naar het orkest van jammeraars.