Lang leve de koe

Ik ben gevallen voor de koe. Als een blok, mag ik wel zeggen. Het gebeurde op een melkveehouderij in Ambt Delden. Misschien werd ik geïnspireerd door het weergaloos mooie landschap waarin de boerderij gesitueerd is en ook het gegeven dat ik de nacht doorbracht op nog geen tien meter van de koeienstal zal een rol hebben gespeeld. Hoe dan ook, sinds mijn oponthoud in Ambt Delden kijk ik met andere ogen naar de koe. Een product is tot leven gekomen, een eenheidsworst transformeerde in een fascinerende groep individuen, melk heeft voor mij de kleur van goud gekregen.

 

Achteraf herinner ik mij (herinneren doet men overigens altijd achteraf) dat ik mij soms afvroeg wat er achter die ietwat dommig ogende koeienkoppen schuil ging. Net als veel landgenoten, had ik de neiging alle koeien over één kam te scheren. Ik kon mij nauwelijks voorstellen dat een koe net zo'n uniek individu was als een paard of een mens. Koeien zagen er voor mij allemaal hetzelfde uit. Ze waren ook zo meegaand, ze schikten zich voor mijn gevoel zonder enig protest in hun lot. Lot? Ja, lot. Het leven van een koe dient vanaf dag 1 niets anders dan het welzijn van de mens. Een koe moet kalfjes baren die in de regel vlak na de geboorte bij de moeder worden weggehaald. Vervolgens produceert de bevallen koe ruim 300 dagen melk, waarna het dier opnieuw drachtig moet worden, omdat anders de slager wacht. Een barre gedachte, de enige manier om aan de dood te ontkomen is leven te produceren. De meeste koeien houden deze race tot hun vijfde levensjaar vol. Daarna sluiten zij hun korte bestaan af in het slachthuis. En dat terwijl een beetje koe met enig gemak 20 jaar kan worden.

Op de boerderij waar ik verbleef, worden de koeien uitstekend behandeld. Het grootste deel van het jaar grazen ze overdag in de wei en 's avonds en 's nachts kunnen zij zich vrij bewegen in een gerieflijke stal. Meer dan een kwart van hun soortgenoten staat tegenwoordig alleen nog op stal, met alle beperkingen van dien. In een professionele melkveehouderij is nu eenmaal geen ruimte voor stads sentiment. Dat snap ik best. Stel je voor dat je als boer de conclusies leest van een wetenschappelijk onderzoek door de Rijksuniversiteit Groningen waaruit blijkt dat koeien hun eigen karakter en temperament hebben. Dat achter nummer 25 een schalkse dame schuilgaat die met een open geest naar de wereld om zich heen kijkt en zo heel anders is dan haar teruggetrokken stalgenoot met het nummer 44. Daaraan toegeven leidt tot chaos.

En toch is het waar: koeien hebben een identiteit die uitgaat boven het beeld dat ook ik tot voor kort van hen had. En ze hebben hun eigen, soms bloedstollende verhaal. Surf maar eens naar de website van Stichting De Leemweg in Zandhuizen (Friesland). Sinds mijn bezoek aan Ambt Delden weet ik dat daar het enige koeienrusthuis van ons land staat. De dieren die op het Friese platteland genieten van een onbekommerde oude dag zijn bijna zonder uitzondering op miraculeuze wijze aan de dood ontsnapt. Eén van hen brak vlak voor het slachthuis los uit de kudde, sprong op bevroren water, zakte door het ijs en moest onder grote (media)aandacht op de wal worden getakeld. Het gevolg van dit avontuur was dat mensen zich het lot van de koe aantrokken. Zij werd door de Partij van de Dieren vrijgekocht en 'Sjoerdje' genoemd, naar de eerste vrouw die, in 1940, de Elfstedentocht uitreed.

Onlangs moest De Leemweg afscheid nemen van Jennifer. Ze werd ooit aangeschaft voor de fok, maar omdat ze niet drachtig werd, besloot de eigenaresse haar onder te brengen bij De Leemweg. Daar bleek Jennifer wel degelijk zwanger te zijn en zo werd op het veiligste koeienplekje in Nederland Sonia geboren. Jennifer ontpopte zich tot een voorbeeldige moeder die haar dochter zes jaar lang zoogde tot ze geen druppel melk meer over had. Jennifer bereikte de voor koeien gezegende leeftijd van achttien jaar. Ze werd één keer moeder en bleef het voor altijd.

Houd het daar maar eens droog bij.