Spelen op glijdende schaal
Het was een illusie, het is een illusie en het zal een illusie blijven: de Olympische Spelen dragen geen zier bij aan de democratisering van een dictatuur. Die les leerden we in 1980 (Moskou) en niet te vergeten in 1936 (Berlijn). Olympische Spelen moeten niet in dictaturen worden gehouden. Wanneer leert het IOC dat nou eens?
Met Berlijn lag het iets anders dan met Moskou en Peking. De Spelen werden in 1931 aan de hoofdstad van Duitsland toegewezen. Adolf Hitler had toen nog niet de macht gegrepen, maar het nazispook was al zo groot dat het IOC beter het zekere voor het onzekere had kunnen nemen. Dat lijkt achteraf gezien een gemakkelijke conclusie, maar wie lid wordt van het Internationaal Olympisch Comité zou iets verder moeten kunnen denken dan de modale sterveling. De machtsgreep van Hitler vond in 1933 plaats, op democratische wijze nog wel. Al met al kon het IOC zich wat Berlijn betrof nog beroepen op niet voorziene veranderde omstandigheden. Voor de Spelen van 1980 gold dat echter niet, net zomin als voor die van 2008.
De afgelopen maanden hebben we een stoet van pleitbezorgers voor het zogenaamd politiek heilzame effect van de Spelen in Peking voorbij zien komen. Wat mij betreft was het een processie van nauw verholen schaamte. Naarmate de Spelen dichterbij komen, wordt immers steeds duidelijker hoe het met de mensenrechten in de Volksrepubliek China is gesteld. Het is er veel erger dan we dachten. We hielden ons eerlijk gezegd niet zo bezig met mensenrechtenactivisten die in psychiatrische klinieken worden opgesloten (afgekeken van de Sovjets), terreur in Tibet, jacht op de Falung Gong. Laat staan dat we ook maar iets wisten over de schlemiel die de pech had op de plek te wonen waar het Olympisch Stadion moest verrijzen en die protest tegen zijn huisuitzetting met vier jaar gevangenisstraf moest bekopen. Met de Spelen voor de deur werden we ons zowaar even bewust van het onrecht in China. Dat was dan toch nog een positief effect van die hele maskerade. Veel processiegangers waren zich pijnlijk bewust van dit staaltje oerhollandse hypocrisie en ze probeerden alles en iedereen, inclusief zichzelf, te overschreeuwen om maar aan de snoeiharde werkelijkheid te ontsnappen. Hoe die er uitziet, hoef ik niet uiteen te zetten. Kijk maar op de website van Amnesty International en wees blij dat die in ons land niet wordt geblokkeerd.
De tegenstanders van Peking 2008 hoeven zich niet op de borst te kloppen. Hun geluid heeft jarenlang niet of nauwelijks geklonken. Misschien hadden ze geen zin om tegen de bierkaai te vechten. Dat kan ik me eigenlijk best voorstellen. Hoe dan ook, pas sinds een jaartje is er sprake van een anti Pekinglobby. Nou ja, beter laat dan nooit.
Ik sta er ambivalent in. Principieel vind ik dat de Olympische Spelen niet in dictatoriaal geregeerde landen moeten worden gehouden. Er zijn gelukkig genoeg democratieën. Die hoeven van mij niet allemaal net zo progressief als de onze te zijn, maar ze moeten wel bepaalde grondrechten erkennen en niet mensenrechten met voeten treden. Ik geef toe dat ook ik niet op de barricaden heb gestaan voor een boycot van Peking 2008. Ik heb nu eenmaal niets met de woestijn en al helemaal niet als van mij wordt verwacht dat ik daar onder de brandende zon heel hard ga roepen wat niemand wil horen, namelijk dat die Spelen in China een olympische miskleun zijn. Nee, dank u. Maar ik vind wel dat we reëel moeten zijn. Kom dus niet aan met Erica Terpstraverhalen over hoe goed en fantastisch die Spelen voor iedereen zullen uitpakken, want het op China gerichte oog van de wereld zal er echt niet in slagen van het door de staat geleide kapitaalcommunisme een fijne democratie te maken.
En verder ben ik nieuwsgierig of één van onze atleten als communist Chinese stijl uit Peking zal terugkeren. Als dat niet gebeurt, is het een verbetering ten opzichte van 1936. Toen ontpopte de Nederlander Tinus Osendarp zich als de snelste blanke sprinter (zowel op de 100 als de 200 meter brons achter de legendarische Amerikaan Jesse Owens en diens eveneens gekleurde landgenoten Ralph Metcalfe en Matthew "Mack" Robinson). Osendarp laafde zich in Berlijn niet alleen aan het succes, maar ook aan het gif van het nationaal socialisme. De politieagent werd tijdens de bezetting lid van de SS. In die hoedanigheid maakte hij deel uit van het Commando Leemhuis dat verzetsstrijders opspoorde. Osendarp was niet alleen medeverantwoordelijk voor de dood van tien Nederlandse verzetshelden, maar hij schoot er ook nog hoogstpersoonlijk één in de rug. Op de vlucht, nietwaar? De rechter trapte er na de bevrijding niet in. Hij vroeg Osendarp hoe het mogelijk was dat de snelste blanke sprinter ter wereld de vluchtende verzetsstrijder niet had kunnen achterhalen. Tinus Osendarp werd ter dood veroordeeld. Na twaalf jaar gevangenisstraf kwam hij vrij. Tot zijn dood leidde hij een teruggetrokken leven in Limburg, waar hij in Kerkrade nog een tijd als sporttrainer actief was.
Let The Games begin!