Een en al illusie

Het is natuurlijk heel vervelend voor René van der Gijp (en niet in de laatste plaats voor Voetbal International) dat hij zich even heeft teruggetrokken achter de luxaflex, maar wat mij betreft strekt het hem tot eer. Ik zal niet beweren dat ik zijn dip zag aankomen, maar als je de film terugdraait, zie je toch wel een 'voorafschaduwing' van zijn naar ik van harte hoop niet al te lang durende depressie. Voorafschaduwing, dat woord hoorde ik voor het eerst eind jaren '80 in Lausanne waar het werd uitgesproken door Dries van Agt, die toen nog prof. mr. A.A.M. en een verklaard aanhanger van de Israëlische zaak was. Van Agt schetste de kansen van Amsterdam om de Olympische Spelen van 1992 in de wacht te slepen. Johan Cruyff was er ook om het Nederlandse bid te ondersteunen, maar hij hield zich wijselijk zoveel mogelijk op de vlakte, omdat slechts de grootste naïeveling niet zag dat Amsterdam bij voorbaat kansloos was en dat Barcelona die Spelen met groot gemak ging binnenhalen. De politicus sprak de woorden die gewenst waren, het voetbalgenie bleef afstandelijk, Amsterdam werd als eerste kandidaat weggestemd en toen de Illusie wreed was verstoord, zat Van Agt al hoog en breed in Den Haag.

 

Het is er sindsdien niet echt beter op geworden. Wat zeg ik, de Illusie heeft de macht gegrepen. Die wordt vooral uitgeoefend via de televisie, het medium dat schitter en schijn, nep en noppes op een presenteerblaadje van namaakgoud tot ons brengt. De kijkcijfers bepalen onze smaak, zoals de polls het politieke landschap beheersen en niemand maakt zich nog druk om de waarheid. Nee, ik snap Van der Gijp heel goed, ook al heb ik slechts eenmaal uitvoerig met hem van gedachten mogen wisselen. Dat was in zijn nadagen als voetbalprof, toen hij bij SC Heerenveen voetbalde en ik namens De Telegraaf een gezellige middag met hem doorbracht die leidde tot een paginagroot interview. Het moet nog ergens in een map liggen, maar ik kan me er geen woord van herinneren. Wel weet ik nog dat Van der Gijp ook toen al gebukt ging onder een vernis van oneliners waaronder een heel ander mens schuilging dan de onverwoestbare grappenmaker die hem het imago van Eeuwige Optimist had opgeleverd. Illusie meneer, een en al Illusie.

Als ik het goed begrepen heb, sluit Van der Gijp zich graag op in zijn Dordste woning waar hij in zijn uppie naar de televsie kijkt. Veel voetbal, dat spreekt, maar er zal ongetwijfeld regelmatig een niet sportgericht programma tussendoor sluipen. Ik schat in dat hij, net als ik, een alleskijker is en geloof mij, daar word je in toenemende mate niet vrolijk van. Qua illusiegehalte is Voetbal International nog tot daaraan toe. Ach ja, je hebt de ongenuanceerd naar alles wat beweegt schoppende Johan Derksen, die zo koket zijn wijsvinger kan bespeekselen voordat hij een door één van zijn VI-slaven opgesteld nieuwtje van papier opleest. En je hebt de illusie van net niet ruzies tussen voornoemde Derksen en presentator Wilfred Genee, die zonder het zelf te beseffen al bijna halverwege Mart Smeets is. Feiten doen niet terzake in Voetbal International, maar er valt veel te lachen om de nonsens die in dat pseudo journalistieke programma naar voren worden gebracht. Ik categoriseer het dan ook onder min of meer onschuldig vermaak. Maar illusie, dat wel.

Wat te denken van een programma als Repo? Dat gaat over een stelletje in anabolen en tattoo-inkt gedrenkte Amerikanen dat bij wanbetalers een auto, boot of vliegtuig komt terughalen. Uiteraard met een cameraploeg, want anders is er niks aan. De mannen (soms is er ook een volkomen hysterische jonge vrouw bij) wekken iedere keer de indruk dat zij met een uiterst gevaarlijke missie bezig zijn. Met name de confrontaties met hun 'slachtoffers' leveren puike televisie op. Er wordt veel gescholden, aan de in te vorderen spullen getrokken en soms dreigt er zelfs een klapje te vallen, niks bijzonders dus, maar zodanig gebracht dat het wel lijkt of de Navy Seals aan een Mission Almost Impossible bezig zijn. Eén van de kerels, een homp sportschool van heb ik jou daar met het uiterlijk van iemand die door een op hol geslagen tattoopen is getekend, maakt van elk verbaal en fysiek wissewasje een strijd op leven en dood. Stoer dat-ie is! Nou ja, onlangs zag ik dat iemand hem een of ander goedje in de ogen spoot en toen lag hij te jammeren als een kleuter die op zijn knie is gevallen. Goeie genade, het gaat nergens over en het wordt gebracht als een riskant staaltje oorlogsverslaggeving.

Minstens zo deprimerend zijn programma's over Amerikaanse ordehandhavers die tijdens hun zware job gefilmd worden. Onlangs nog zag ik twee agenten in ik meen Texas, die even langskwamen om een al te luidruchtig maar niet gewelddadig feestje tot bedaren te brengen. Een akkefietje van niets, al was het maar omdat de feestgangers terstond bereid waren de party op te breken. Sommige waren een beetje tipsy, maar beslist niet agressief. Toch slaagde het agentenduo er in met twee geboeide arrestanten naar het bureau terug te keren. De ene was een ietwat aangeschoten jongedame die haar verplichte identiteitsbewijs niet zo snel kon vinden en daarvan zo in de war raakte dat zij totaal blokkeerde. De andere was een jongeman die het voor haar probeerde op te nemen, gewoon netjes met woorden, maar ja woorden zeggen die Amerikaanse agenten niet zoveel. Voor het oog van de camera bleven ze uiterst formeel. "Sir, step back please," dat soort standaardteksten die niet zelden de opmaat zijn voor buitensporige maatregelen als het in de boeien slaan van twee volstrekt niet gewelddadige mensen. Je zit te kijken naar de uiterlijke kenmerken van een politiestaat die wordt opgediend als een voorbeeld van Orde & Rechtvaardigheid.

Dit zijn maar een paar voorbeelden. Ik weet best dat er een knop aan mijn televisietoestel zit en dat ik die knop kan omzetten, maar dat verandert niets aan de Illusie die aan de macht is. Al zou het voor René van der Gijp misschien verstandig zijn voorlopig wat meer naar de radio te luisteren.