Jonge heren van gewicht
Vrijwel onopgemerkt trokken de afgelopen week de wereldkampioenschappen gewichtheffen voorbij. Zeg eerlijk, u hebt er geen woord van meegekregen. In Nederland doen weliswaar heel veel mensen gewichtig, maar niet in het kader van de sport. Vroeger hadden we Piet van der Kruk. Die deed het er volgens mij een beetje bij. Hij trad namelijk ook op als kogelstoter of discuswerper, daar wil ik vanaf zijn. Piet had een imposant figuur. Hij was niet eens zo groot, maar zijn kolossale amren en benen maakten veel goed. Een gewichtheffer ziet er nu eenmaal niet uit als Wesley Sneijder. Wes zou op zijn best kunnen fungeren als halter, maar ik denk dat hij voor de wereldtop te licht is.
Ik zag het staartje van de WK. Door toeval hoor. Al zappend maakte ik een rondje langs de velden en toen ik bij Eurosport uitkwam, zag ik een enorme vleesklomp die met een geconcentreerd gelaat een brede ceintuur stond aan te trekken. Het bleek om een Iraniër te gaan die, volgens de commentator, naar de naam Behad Salimikordasiabi luisterde. Hij maakte zich op voor een poging om 245 kilo te drukken. Voor de leken onder u: gewichtheffen bestaat uit trekken, drukken en stoten. Wie over al die onderdelen in totaal het hoogste gewicht omhoog brengt, is kampioen. Behad Salimikordasiabi is twintig. De ramadan had geen zichtbare sporen op zijn fysiek getrokken. Ik probeerde mij voor te stellen hoe het ontbijt van de man er uit zou zien. Een gebraden kippetje vooraf. Daarna een uitsmijter, maar dan wel van struisvogelei. Ter afwisseling een doormidden gesneden witbrood met dik roomboter en suiker. Dat alles weggespoeld met een twee literpak melk. Als toetje twee meloenen, voor elke hand één. En dat was nog maar het ontbijt.
Of zouden er links en rechts pilletjes en ampullen worden ingezet om de spieren van de heren een impuls te geven? Die vraag komt, denk ik, bij iedereen op die zulke volumineuze reuzen met gewichten van boven de 200 kilo ziet stoeien. Ook ik heb mijn twijfels. Deels stoelen die op een reeks dopingincidenten in de afgelopen jaren, maar ze komen ook voort uit de door mij veronderstelde onmogelijkheid dat de creaturen die je op zo'n treurig podiumpje ziet staan geheel en al langs natuurlijke weg op hun streefgewicht zijn gekomen.
De zware jongens zelf hebben met die twijfels geen bal te maken. Zij bedrijven gewoon topsport, basta. Dat geldt niet alleen voor Behad de Iraniër, die uiteindelijk met de wereldtitel ging strijken, maar ook voor zijn concurrenten. Onder hen bevond zich de Duitser Matthias Steiner, die olympisch goud in de wacht sleepte. Na die fantastische prestatie was het even zoeken naar de vorm. Of misschien had hij een spiertje verrekt. Hoe dan ook, deze wereldikampioenschappen moesten hem terugbrengen aan de top. Dat lukte, tegen de verwachting in, op het onderdeel drukken. De Duitser, die vergeleken met zijn Iraanse tegenstander het figuur van een ranke atleet heeft, drukte een kilootje meer dan Behad en sleepte daardoor het goud op het onderdeel drukken in de wacht. Toen hij na die prestatie van het podium stapte, rende een begeleider naar hem toe en sprong hem juichend in de armen. Het was een even ontroerend als koddig gezicht: die begeleider met zijn benen om dat enorme gewichthefferslijf geklemd. Toen ik dat zo zag, dacht ik: Die gaan vanavond eens lekker met de hele ploeg uit eten.
Tijd voor Wakker Dier om in actie te komen.