Even een personeelsstop opheffen
Noem mij maar een sentimentalist, als het woord al bestaat, maar ik geef eerlijk toe dat weemoed mij bekropen heeft. Morgen is het namelijk 17 november en elk jaar als het tegen die datum loopt, gaan mijn gedachten iets verder terug in mijn geheugen. Ook dit jaar keken ze over mijn schouder en zagen ze op veertig mensjaren afstand een slanke jongeman van negentien staan, die in zijn beste pak tegen de draaideur van De Telegraaf/De Courant Nieuws van de Dag aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal 221 begon te duwen. Op weg naar een dienstverband dat tweeëndertig jaar, vijf maanden en twee weken zou duren.
Via via was voor mij een sollicitatiegesprek geregeld met waarnemend hoofdredacteur H. Goeman Borgesius, die de zieke hoofdredacteur Stokvis verving. Ik voelde me als in het hol van de leeuw, want op de middelbare school die ik kort tevoren had afgerond, had ik in het kader van de schoolverkiezingen met succes de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP) verdedigd. Dat had ook iets te maken met welbegrepen eigenbelang, want mij was bekend dat mijn leraar Frans 'complètement fou' was van die partij. Alors! Comme si comme sa comme tralala. Een puntje er bij kon ik altijd gebruiken. Bij De Telegraaf kon ik me niet zoveel voorstellen. Ik wist dat de krant groeide als kool en dat daar regelmatig fel tegen werd geageerd door de Grote Leiders Van Het Naoorlogs Verzet. Maar wat en wie ik in dat Bordewijkachtige gebouw aan de Nieuwe Zijds kon verwachten? Ik hield het op bedaagde, wat oudere heren, die nog vesten droegen met een horlogeketting er aan. Ik keek dan ook vreemd op toen een jonge, goedlachse redacteur een praatje kwam maken en mij succes wenste met de sollicitatie. Zijn naam was Koos Verweij. Hij bracht het tot adjunct hoofdredacteur en is ons veel te jong ontvallen.
Een portier leidde mij naar het kantoor van mijn gesprekspartner. Ik was lichtjes nerveus en verstond niet goed met welke naam de heer die mij welkom heette zich voorstelde. Hij zag er in ieder geval op en top uit als een hoofdredacteur van De Telegraaf. Onberispelijk kostuum, hagelwit overhemd, perfect gestrikte stropdas in niet al te opvallend dessin. Smaakvol geklede beschaving. Ik luisterde beleefd naar wat de heer mij vertelde, gaf netjes antwoord op zijn vragen en maakte blijkbaar een dermate goede indruk, dat de 'hoofdredacteur' op enig moment zijn bureaustoel naar achteren schoof, opstond en zei: "Ik denk dat jij maar even met de heer Goeman Borgesius moet gaan praten." Later hoorde ik dat de smetteloos geklede heer Jos Heilker was, de toenmalige Stan Huygens van het nog altijd gewaardeerde Journaal. Hij zat er als een buffer, die het kaf van het koren moest scheiden. Wist ik veel? Hoe dan ook, ik was door naar de volgende ronde.
Jos Heilker ging mij voor naar het domein van H. Goeman Borgesius en ik probeerde mij een voorstelling te maken van de man met wie ik binnen enkele ogenblikken oog in oog zou staan. Als de heer Heilker er al zo netjes bijliep, moest de heer H. Goeman Borgesius wel rechtstreeks uit het naaiatelier van Frans Molenaar zijn weggelopen. De heer Heilker opende een deur, zei iets in de trant van "dit is die sollicitant, Henri" en verdween geruisloos in de coulissen. "Ga zitten," zei de heer H. Goeman Borgesius. Hij had de meest beschaafde stem die ik ooit had gehoord, zonder dat het bekakt was, maar modetechnisch haalde hij het niet bij de heer Heilker. Hij droeg een grijs kostuum dat wel een stomerijtje kon gebruiken, vooral omdat de heer H. Goeman Borgesius net op het moment dat ik mij tegenover zijn bureau geïnstalleerd had, een ferme kegel as van een half opgebrande Cabellero zonder filter op zijn grijze jasje liet vallen. Gedachteloos veegde hij de as weg en na nog een stevige trek te hebben genomen, verpulverde hij de sigaret tussen duim en wijsvinger, waarna hij het genotsmiddel in een rijk gevulde, glazen asbak liet vallen.
We hadden een geanimeerd gesprek dat wat de heer H. Goeman Borgesius betrof tot de conclusie leidde dat ik als redacteur Binnenland bij de krant kon beginnen. Met details als salaris en zo hield hij zich niet bezig. Wel vroeg hij wanneer ik kon beginnen. Wat mij betrof anytime. Mooi, wat hem betrof de volgende dag. "Maar ik moet eerst even de personeelsstop opheffen," voegde hij daar nonchalant aan toe. De moed zonk mij in de schoenen. Een personeelsstop kon je toch niet zomaar even opheffen? Nou, de heer H. Goeman Borgesius zag daarin geen enkel probleem. "Bel mij over een uurtje maar op," zei hij en vijf minuten later stond ik weer op de Nieuwe Zijds Voorburgwal. Een uur lang heb ik door de stad gedrenteld Toen draaide ik, in een telefooncel voor het hoofdpostkantoor aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal, het nummer dat ik van de heer H. Goeman Borgesius had gekregen. Het duurde niet lang of ik had hem aan de lijn. Ik begon aan een voorzichtige inleiding, die hij onderbrak met: "Ja, ja, de personeelsstop is opgeheven. Je kunt morgen beginnen."
Tweeëndertig jaar, vijf maanden en twee weken later nam ik ontslag om wethouder in Almere te worden. Na het wethouderschap vond ik een prima baan als tekstschrijver bij een toonaangevend adviesbureau in de publieke sector. Ik heb een prachtige tijd gehad bij De Telegraaf/De Courant Nieuws van de Dag. Wat ik er heb beleefd, houden we lekker intern, want zo gaat dat bij De Telegraaf. De heer H. Goeman Borgesius leeft niet meer, maar rond deze tijd en vaker denk ik aan hem. Hij was een unieke hoofdredacteur en ik kan prachtige verhalen over hem vertellen, maar ook die behoren tot het Geheim van de Basisweg.