Toiletdames aanwezig voor service

Ik worstel al een paar weken met de vraag of het vertrek van de toiletjuffrouw-oude-stijl uit de Amsterdam Arena een verarming of een verrijking is. Benader ik het probleem als een gemiddelde bonusgraaiende bankier, dan is het antwoord: een verrijking. De toeschouwers in de Arena hoeven namelijk niet langer te betalen voor het toiletbezoek. Ik zeg met trots toilet, sinds ik heb gehoord dat de adel gruwt van dat woord en uitsluitend spreekt van wc en plee. De degeneratie onder de edellieden zet razendsnel door, zullen we maar zeggen. Dit terzijde. De toiletjuffrouw is weg uit de Amsterdam Arena, laten we ons daar op concentreren.

Ik heb een zwak voor toiletjuffrouwen, want ik kom uit een familie van bootwerkers, constabels, portiers, prijsworstelaars, kortom harde werkers (ik ben één van de uitzonderingen). In mijn familie was het tot voor kort niet bijzonder als je een tante tegenkwam die toiletjuffrouw was of die huizen schoonmaakte. Lieve schatten waren het, stuk voor stuk. Ik moet eerlijk bekennen dat ook onder mijn bloedverwanten de doctorandussen oprukken. Soms vraag ik me af of we daar nou zoveel rijker door worden.

De toiletjuffrouwen in de Amsterdam Arena moeten in hun glorietijd kapitalen hebben verdiend, want je kunt van voetbalsupporters veel zeggen, maar niet dat ze gierig zijn. En al helemaal niet als ze naar de plee zijn geweest (oeps, ik lijk wel een baron!). Soms had ik medelijden met de dames. Ik weet niet of u wel eens een meute Ajaxfans met volle blaas in de rust een toilet binnen hebt zien trekken, maar dat is echt een studie waard. Ik weet het natuurlijk alleen van de mannen, dat spreekt. Nou, daar kan geen Cillit Bang tegenop, neemt u dat maar van mij aan. Afgezien van de watervallen die hun weg naar de stadsriolering zoeken, is er een niet geringe 'zachte uitstoot' van biogassen waar we in het kader van alternatieve energie-opwekking nu echt eens iets mee moeten doen. Rust was spitsuur voor de toiletjuffrouwen. De Amsterdamse Effectenbeurs op zijn hoogtepunt. In dat kwartiertje moest de omzet worden gemaakt. Sommige toiletjuffrouwen wierpen zich met verve op die taak. Ze stonden met hun schoteltje in de deuropening van de toiletruimte, zodat er geen ontsnappen aan was. Maar op een enkeling na wilde ook niemand voor nop plassen. Vijftig eurocent was wel het minste. Ik heb heel wat glimmende munten in de schortzakken van de toiletjuffrouwen zien verdwijnen. 

Enfin, de toiletjuffrouw oude stijl is passé in de Amsterdam Arena. Zelfs het woord is taboe. In de toiletruimte hangt een briefje met de mysterieuze zin: "Toilet gratis, toiletdames aanwezig voor service". Daar ben ik nog niet uit. Toiletdames. Service. Pardon? Wat voor service mag dat zijn? Roep nou niet meteen viezerik, want ik heb dat briefje toch niet opgehangen?

Afgelopen zondag, toen Ajax in een heerlijke wedstrijd met 1-0 van FC Groningen won, moest ik in de blessuretijd naar de wc (oeps, welkom meneer De Hertog!). Daar stond een toiletdame. Ik schuifelde een tikkeltje gegeneerd naar een uri, uri, nou ja gewoon een pispot. Ik hoopte van harte dat ze mij geen service ging verlenen, maar aan haar ontspannen houding te oordelen was zij dat geenszins van plan. Neuriënd inspecteerde zij de staat waarin de wc's met deur zich bevonden. Zij liever dan ik, want er waren heel wat croquetten van Van Dobben doorgegaan. Met de toiletdame in mijn buurt was het nog moeilijk genoeg om... nou ja, u weet wel.

Bij het verlaten van de toiletruimte mompelde ik een laffe groet. "Dag meneer," antwoordde de toiletdame opgewekt. Ik vond het toch jammer dat er geen schoteltje bij de uitgang stond.