De kop van Job

Ik heb een scherpe neus voor hetzes, maar nu weet ik het even niet meer. In de goeie ouwe tijd werd een hetze door partij A tegen partij B gevoerd. Dus: links Nederland wierp zich en masse op een rechtse bal die Het Kwaad belichaamde, of rechts Nederland beet zich al even massaal vast in een linkse baardaap wiens rode wereldbeeld, indien uitgevoerd, ons eigenste landje te gronde zou richten. De lastercampagne tegen Job Cohen spot echter met alle ongeschreven wetten waaraan een klassieke hetze normaal gesproken voldoet. Job wordt namelijk van alle kanten onderuit gehaald met als bizar dieptepunt een onverhoedse aanval uit eigen kring.

Het begon zo overzichtelijk. De gierdenktank van Geert Wilders had voor de algemene beschouwingen een zorgvuldig scenario opgesteld in het kader van de Cohenvervolging. Job wordt door de hoeders van de joods-christelijke cultuur namelijk beschouwd als de paus van de linkse kerk. Een gotspe als zodanig, maar daar gaat het hier niet om. Geerts koppensnellers wisten maar al te goed dat een hetze zich nooit richt op zoiets abstracts als inhoud, maar altijd op - het liefst - één persoon. En dus zette Geert vlak na het eerste fluitsignaal met twee gestrekte benen een tackle in op de bedaagde voorstopper van de PvdA, die niet veel meer kon doen dan die aanslag met een wanhopige sprong zo goed mogelijk ontwijken. Job mocht van geluk spreken dat hij met de schrik vrij kwam, maar om in voetbaltermen te spreken: hij zag er bij die actie niet goed uit.

Tot zover verliep alles volgens de gangbare ‘procedure’ van een hetze. Maar wat er daarna gebeurde vraagt om een wetenschappelijk onderzoek door massapsychologen van Nobelprijsniveau. Eerst kwamen de media in het geweer. Zij deden een beetje lacherig over die dekselse Geert Wilders die het hem toch maar geflikt had. Al gauw rees de vraag of Job Cohen wel de aangewezen persoon is om het verzet tegen de Partij Van De Vrijheid Behalve Die Van Islamieten En Ander Tuig Van De Linkse Kerk aan te voeren. Deskundologisch Nederland werd gemobiliseerd om zich in kranten en talkshows over dat thema uit te spreken.

Daar was niks op tegen. Zo gaan die dingen nu eenmaal. Dit is een tijd van hypes en die kun je niet tegenhouden, net zomin als je een trein van richting kunt laten veranderen door het spoor om te buigen. Wat je wel kunt, is rustig meerijden in die trein tot er een wissel in zicht komt en vervolgens met een subtiele beweging de koers van de trein wijzigen. Als je heel slim bent, zorg je er voor dat vrijwel niemand in de gaten heeft dat de trein van richting is veranderd.

Voorwaarde om zo’n actie te laten slagen is dat je eensgezind bent. Dat je op elkaar kunt rekenen. Dat in het geval van Job Cohen het gevaar uitsluitend van rechts komt. Dat de PvdA als één man achter de geplaagde leider blijft staan. Even geen mitsen en maren, even niet navelstaren op het verkeerde moment, even ongenuanceerd genuanceerd zijn, als u begrijpt wat ik bedoel.

Maar och herenmijntijd, dan springt opeens Lilianne Ploumen voor de trein. Op gepaste afstand uiteraard, zodat het voertuig op tijd tot stilstand kan worden gebracht. “Mag ik ook meerijden?” vraagt de prominente partijgenoot van Job Cohen. Maar natuurlijk! De journalisten die in de eerste wagon zitten, maken grijnzend plaats. In de tweede wagon vormen Kamerleden van de PVV zelfs een erehaag voor de onverwachte passagier. Geert is niet aan boord, dus mag Lilianne gratis en voor niets gebruik maken van zijn privé wagon. Eén van de journalisten wordt uitgenodigd voor een primeurtje. Lilianne heeft besloten het partijvoorzitterschap per 1 januari 2012 neer te leggen. Mmwah, da’s niet echt groot nieuws. Maar wacht even, Lilianne is nog niet uitgesproken. Ze wil ook even kwijt dat Job Cohen... tja, hoe zal ze het zeggen… beter kan oprotten, maar dat zijn uw woorden hoor. Zelf houdt ze het op te weinig zichtbaar en niet bij voorbaat de gedoodverfde kandidaat om de lijst ook voor de volgende verkiezing te trekken.

Geert kan achterover leunen, want de media zullen de zaak verder afmaken, daar hoeft hij zelfs niets aan te doen. De EO organiseert een enquête onder PvdA-raadsleden. Een kwart reageert en de conclusie is dat Job Cohen het vertrouwen van de gemeenteraadsleden heeft verloren. Waarom driekwart niet aan de enquête meedeed? Niet interessant. Wie zwijgt stemt toe.

Ikzelf heb een enquête onder zeepaardjes gehouden. Twintig procent van de ondervraagden gaf aan weinig vertrouwen te hebben in de mens in het algemeen. DUS OOK NIET IN JOB, luidt mijn voorzichtige conclusie. Een steekproef onder oesters gaf een heel ander beeld. Negenennegentig procent staat volledig achter Job Cohen. “Als wij worden aangevallen, kruipen we automatisch in onze schulp,” was het algemene commentaar.

Slechts één van de oesters dacht er anders over. Die is inmiddels met smaak verorberd door Geert Wilders.