Weer sneuvelt een mohikaan

Het was 1970, de maand weet ik niet meer, toen een 26-jarige jurist bij de binnenlandredactie van De Telegraaf/De Courant Nieuw van de Dag aanschoof. Mr. Johan Olde Kalter, een naam die klonk naar betere kringen. Zoiets als Goeman Borgesius, of Bruins Slot. "Kijk, daar loopt je toekomstige hoofdredacteur," zei een collega in die tijd. "Hoe weet jij dat nou?" vroeg ik verbaasd. Hij knikte veelbetekenend. "Geloof mij nou maar." Johan Olde Kalter leek zich zelf niet bewust te zijn van de grote toekomst die voor hem in het verschiet lag. Hij ontpopte zich als een aimabele collega, een man die als het ware buiten zijn schuld tot een grote carrière was voorbestemd.

 Johan bleef niet al te lang op de binnenlandredactie hangen. Als ik mij goed herinner werd hij correspondent in Brussel en in ieder geval bekleedde hij een dergelijke post jarenlang in New York. Na terugkeer leidde hij de buitenlandredactie en zonder al teveel ophef schoof hij vervolgens door naar het 'aquarium', zoals de onder kantoortuinarchitectuur uit de jaren zeventig in elkaar geknutselde burelen van de hoofdredactie aan de Basisweg worden genoemd. Van adjunct hoofdredacteur werd hij hoofdredacteur en hij trad ook toe tot de directie van de holdingmaatschappij De Telegraaf. Als functionaris klom hij tot de hoogste trede, maar als mens bleef hij wie hij was. Aimabel, toegankelijk, iemand om een borrel mee te drinken, maar ook zakelijk als het nodig was.

In de jaren negentig moest ik een artikel voor de kleurenbijlage schrijven over de ziel van carnaval. Ik was er voor uitgekozen, omdat ik vaak zei dat ik helemaal niets snapte van dat Feest der Anonymi (nadat ik mij in het onderwerp had verdiept, begreep ik er nog minder van). Tijdens een carnavalsfeest in Zwolle stelde ik een reeks van feestgangers de simpele vraag: "Wat is carnaval?" Niet zelden bleef men mij het antwoord schuldig, maar dat kan ook aan de drank gelegen hebben. Op enig moment ontwaarde ik Johan Olde Kalter in de menigte. Als ik mij goed herinner had hij een boerenpet op en dito zakdoek om zijn hals geknoopt. Ik was verbaasd, want ik had nooit verwacht dat hij een verwoed carnavalsliefhebber zou zijn. "Ha, ik ben zelfs een Kadolster Menneke," lichtte Johan toe. Ik stelde ook hem de vraag: "Wat is carnaval?" Johan aarzelde geen moment. "Carnaval is muziek," antwoordde hij, waarna hij opging in het feestgedruis. Ik besloot die quote prominent in het verhaal te zetten, inclusief de onthulling dat de hoofdredacteur/directeur van De Telegraaf een Kadolster Menneke was. De chef van de redactie Weekeinde liet de tekst van de beoogde publicatie voor alle zekerheid even langs de hoofdredactie gaan, maar Johan Olde Kalter greep niet in. Hij sprak mij in de pauzehoek aan, glimlachte en zei: "Nou ja, ik heb het inderdaad gezegd."

In De Volkskrant las ik dat Johan Olde Kalter De Telegraaf naar het midden van de samenleving heeft getrokken. Dat zal voor een groot deel waar zijn, maar die conclusie doet te weinig recht aan zijn grote voorganger Henri Goeman Borgesius, die de hoofdredactionele leiding in handen had toen Johan Olde Kalter bij De Telegraaf in dienst trad. Goeman Borgesius was een liberaal in hart en nieren. Hij was ruimdenkend, wars van benepenheid, maar evenzeer van de kijk-eens-hoe-links-wij-zijn-mentaliteit die het progressieve volksdeel van toen kenmerkte. Volgens politici die later de betere bestuursbanen inpikten, was de DDR een interessant experiment. Net als Cuba trouwens. Ik denk dat De Telegraaf in die tijd veel minder rechts was dan gemakshalve wordt aangenomen, maar misschien kan een mediawetenschapper op dit onderwerp promoveren. Die zal dan waarschijnlijk tot de conclusie komen dat waar velen een uitgekiende strategie van conservatieve complotteurs achter de Telegraaf-formule vermoedden, het in werkelijkheid vrijheid blijheid was op de redactie. Hans Knoop verwoordde het eens in naar ik meen Vrij Nederland met de opmerking dat de redactie van De Telegraaf veel weg had van een anarchie. In feite was De Telegraaf een krant voor het volk, die werd gemaakt door het volk en waar een handjevol inderdaad vrij rechtse columnisten in schreef. Maar vergeet niet dat we midden in het multiculturele drama zaten, dus een ander geluid dan de voorspelbare politieke correctheid van de "geëngageerde journalistiek" kon eerlijk gezegd geen kwaad.

Zo, dat wilde ik even recht zetten. Zonder de rol van Johan Olde Kalter in de geschiedschrijving van De Telegraaf te onderbelichten. Want die rol heeft hij zeker gehad.

Hijj ruste in vrede.