Verslag van een vliegreis

De hele wereld was uitgerukt. Jawel, de hele wereld. Als alle internationale media bijeenkomen, heb je geen wereldburgers nodig. Behalve dan als kijk- en luistervee. Wat was er aan de hand, wat was zo ongelooflijk belangrijk dat we er zelfs de komkommers even door vergaten? Een 69-jarige oorlogsmisdadiger werd in een Servische regeringsjet van Belgrado naar Rotterdam gevlogen. Ratko Mladic, ooit een ijzervreter die overste Karremans tot een watje degradeerde, inmiddels een kwakkelende oude man met een verkeerd petje op z'n knar.

Op Rotterdam Airport was een leger camera's opgesteld. Een nog groter leger verslaggevers volgde de ontwikkelingen op de voet. Ik luisterde in de auto naar Radio 1. Of het vliegtuig met Mladic al was gesignaleerd? Nee, maar zoveel was zeker, het was in Belgrado opgestegen en het moest dus op enig moment het Nederlandse luchtruim binnenvliegen. En dan? Nou ja, dan zou het landen. En dan? Eh, het zou naar een hangar taxiën alwaar gepantserde en geblindeerde limousines klaar stonden die mogelijk als afleiding zouden dienen voor één van de twee helicopters waarmee De Beul van Bosnië naar het VN Huis van Bewaring voor oorlogsmisdadigers zou worden vervoerd.

Er was geen ruimte meer voor enig ander nieuws. De komkommers moesten met radiostilte genoegen nemen. Zelfs de kleinste tomaat kon niet door het web van de media breken. Maar ja, hoe versla je een vliegreis? Hoe breng je een toestel in beeld dat een hele tijd onzichtbaar boven de wolken zweeft? Door steeds hetzelfde te vertellen. Dat het vliegtuig nog niet is gesignaleerd, maar wel degelijk op enig moment zal aankomen. Dat het na de landing dus naar die hangar zal taxiën en dat daar, voor wie het na de achtentachtigste herhaling nog niet had begrepen, die limousines klaar staan waar Mladic waarschijnlijk niet in zal worden gezet, omdat hij met één van de, jawel, twee helicopters naar het comfortabele detentieoord van de VN zal wentelwieken. Alwaar hij in opmerkelijke harmonie met zijn voormalige aartsvijanden zal kunnen schaken en zo. Want zodra oorlogsmisdadigers onder elkaar zijn, schijnt de onderlinge haat als sneeuw voor de zon te verdwijnen.

Ik moest onwillekeurig denken aan een vergelijkbare 'scoop' begin jaren '70 waarvan ik de details helaas vergeten ben en waar ik ook niet naar ga googlen, omdat ik dan uit dit document moet. Het ging in ieder geval om een vliegtuigkaping (toen helemaal de trend) waarbij Nederlanders waren betrokken. Als jonge verslaggever maakte ik deel uit van een legertje journalisten dat op Schiphol de ontwikkelingen nauwlettend volgde. Er viel weinig te rapporteren, want dat vliegtuig bevond zich niet in Nederland. Nu en dan werd een communiqué uitgegeven dat tot de nodige speculatie leidde. Ik had het prima naar mijn zin, vooral omdat zich onder de persmensen H.J. Oolbekkink bevond. Als jongen had ik met veel bewondering zijn filmrecensies in Het Parool gelezen. Dat wilde ik ook wel, zulke geestige stukken schrijven. H.J. Oolbekkink werkte inmiddels bij de Haagse Courant. Ik weet niet of dat een promotie was, wel dat hij een grote vriend van de firma Heineken moest zijn, want op onze nationale luchthaven klokte hij het ene na het andere biertje weg. Hij was zo'n man die nooit dronken wordt. Ook een soort ijzervreter, maar dan volkomen ongevaarlijk. Ik zorgde dat ik dicht in zijn buurt was en ik denk dat ik hem ook wel heb verteld hoe ik hem bewonderde toen hij nog die filmrecensies in Het Parool schreef. Hij zal wel vriendelijk hebben gereageerd, nog een teug van zijn biertje hebben genomen en een ongetwijfeld relativerende opmerking hebben gemaakt die ik vergeten ben. Zijn ogen hadden zich door de jaren heen aan zijn ironie aangepast. Ja, ik verveelde me geen seconde op Schiphol.

Opeens riep één van de verslaggevers: "Er is een Mystère geland!" Dat was een Frans vliegtuig met functionarissen die een rol speelden in de onderhandelingen over de vrijlating van de gegijzelden in het gekaapte vliegtuig. Alle persmensen kwamen als één man in beweging. Ze holden achter elkaar aan naar de pier waar de Mystère zich zou bevinden. Alleen H.J. Oolbekkink bleef rustig zitten. Ik was al half op weg, maar keerde op mijn schreden terug, want de kans om enige tijd alleen met mijn oude Paroolheld door te brengen won het van mijn journalistieke nieuwsgierigheid, die sowieso al niet zo groot was. Ik haalde twee biertjes en ging naast hem zitten. "Waarom loopt u niet met die verslaggevers mee?" vroeg ik. H.J. Oolbekkink nam een trek van zijn sigaret, klokte de helft van het biertje naar binnen en antwoordde met die gebeitelde ironische blik: "Straks komen ze net zo hard terug als dat ze vertrokken zijn en dan gaan ze mij om het hardst vertellen wat er bij die pier gebeurd is. Niet dat ik het nog niet weet. Er is namelijk een vliegtuig geland waar een aantal mensen die ze niet herkennen haastig is uitgestapt en in gereed staande geblindeerde auto's is weggereden. Dus daar hoef ik niet bij te zijn." Het ging precies zoals hij had voorspeld. Het verslaggeversleger keerde opgewonden terug van de pier. En? Nou, er was een Mystère geland en daar waren figuren uitgestapt die ze niet kenden en die in gereed staande geblindeerde auto's waren weggereden.

Bijna vier decennia later is er wat dat betreft journalistiek gezien niet veel veranderd. Als kuddedieren hollen verslaggevers achter elkaar aan om niets te missen van nieuws dat grotendeels onzichtbaar blijft. Jammer dat Mladic het nieuws over de nieuwe baan van Foppe de Haan op het eiland Tuvalu heeft overschaduwd. De één wordt op zijn negenenzestigste uitgeleverd om terecht te staan voor het Joegoslavië tribunaal, de ander gaat voetbalontwikkelingswerk doen op een eiland dat ten onder dreigt te gaan in een dankzij de opwarming van de aarde snel stijgende oceaan. Let op Foppe! Hij gaat de 11.000 inwoners van Tuvalu heus niet alleen voetballen leren. Nee, hij gaat hen en de rest van de wereld mobiliseren om als de wiedeweerga dijken om Tuvalu aan te leggen. Foppe kan dat, Foppe wordt de Hans Brinkers van Tuvalu, dus er moeten wel dijken komen, want anders kan hij zijn vinger er niet in steken. Let maar op, Foppe krijgt de wereld in beweging. Er zullen Nederlandse ingenieurs naar Tuvalu vliegen en er zal geavanceerd materieel naar het eiland worden verscheept. En als Tuvalu veilig is, zal de naam van het eiland worden omgedoopt in 'Foppelân' en Fries wordt de voertaal.

Daarna vliegt Foppe met zijn echtgenote naar huis. En op Schiphol zal een leger verslaggevers hem opwachten.