Huisdier van de maand

Eerlijk gezegd had ik vergeten te kijken welke prijs ik kon winnen, maar ik voelde wel de tinteling van nakend succes. Die prijs kon me niet zoveel schelen. Het ging mij meer om het idee. En natuurlijk om het antwoord op de vraag of ik mij kon meten met de fine fleur van de dierenwereld. Kunt u het niet meer volgen? Toch is het vrij simpel: ik had mijzelf genomineerd bij Albert Heijn voor de wedstrijd 'Huisdier van de maand'.

Ik slenterde door de supermarkt en opeens stond ik voor een prikbord dat, blijkens een begeleidende tekst, bestemd was voor een leuk kiekje in de serie Huisdier van de maand. Je mocht een afbeelding van je favoriete huisdier ophangen en dan dong je automatisch mee naar de titel. Er waren vooral honden in de race. Eentje lag een beetje droevig opgerold op een iets te klein kussen vanwaar het dier de voorbijganger met een onweerstaanbaar melancholische blik aanstaarde. Alsof het zeggen wilde: "Nou word ik nog te kijk gezet ook." Verder nog een paar trouwe viervoeters, die geen bijzondere indruk op mij maakten.

Opeens bedacht ik mij dat ik onlangs pasfoto's had laten maken, omdat mijn rijbewijs moest worden verlengd. Als het goed was, had ik het bekende minimapje met de twee vensters in mijn portefeuille. Een plus een = twee. Waarom zou ik mijzelf niet nomineren als huisdier van de maand? Ik, de trouwe hond die altoos braaf achter het vrouwtje aanloopt. Die gaat zitten als het vrouwtje "zit" zegt en die gaat liggen bij het eerste commando "lig". Verder ga ik niet uitweiden over mijn bestaan als trouwe hond, want dan krijg ik problemen met het vrouwtje. Misschien zet ze me wel op water en brokken. Brrr. Ook de liefde van de (trouwe) hond gaat door de maag.

Ik stond dus voor dat prikbord bij Albert Heijn en ik peuterde het pasfotomapje uit mijn portefeuille. Gelukkig hoefde ik niet te kiezen, want al die pasfoto's zijn hetzelfde. Je moet tegenwoordig recht in de camera kijken en je mag je tanden niet laten zien, want anders wordt je pasfoto ten gemeentehuize niet geaccepteerd. Voor dit doel was dat eigenlijk wel goed. Ik keek vriendelijk doch niet al te vrolijk in de camera. Het was weliswaar niet de melancholieke blik van die hond op dat krappe kussentje, maar het kon er mee door. Ik keek spiedend om mij heen en toen er even geen winkelwagens in de buurt waren, prikte ik mijn vereeuwigde tronie snel op het bord. Daarna maakte ik me min of meer uit de voeten, want ik vond het toch een tikkeltje gênant.

Twee dagen later gingen mijn echtgenote en ik naar de supermarkt. Ik slenterde gespeeld onverschillig langs de schappen tot ik bij het prikbord was aangekomen. "Krijg nou wat!" mompelde ik. Mijn pasfoto was verdwenen. Wel hing er een foto van één of ander miezerig katje dat overal op sprong, volgens de enthousiaste tekst van zijn baasjes. Nou moe. Als een geslagen hond droop ik af. Thuisgekomen googelde ik 'huisdier van de maand'.  Misschien had de bedrijfsleiding iets over mijn deelname op het internet gezet. Maar nee, wel stuitte ik op allerlei dierenartsen die een soortgelijke verkiezing organiseerden. Slimme vogels! Ze loofden meestal niet eens een prijs uit, behalve dan de eer. Deelnemers genoeg. Wat te denken van Brwyn's What You're Proposin, een Old English Sheepdog uit Heerlen, die naar de roepnaam Romeo Bello luistert?

Aandoenlijk vond ik deze tekst: "Hallo, dit is mijn keesje en hij heet Beertje." Ach, het arme keeshondje had het ook liever andersom gehad. "Hallo, dit is mijn beertje en hij heet Keesje." Beertje had zich, ondanks deze handicap, goed door het leven heen geslagen, want ik las verder: "Hij hoopt in juni 17 jaar te worden. Hij slaapt heel veel nu en 3 jaar geleden had hij nog een gebroken bekken. Hij werd aangevallen door een deense dog."

Onweerstaanbaar drong zich het refrein van een hit uit de jaren vijftig of zo aan mij op.

"Ik heb een hondje dat heet Keesie; het is een lief en aardig beesie; en als-ie wat moet doen; ga ik met hem naar het plantsoen; En dan loopt-ie daar te snuffelen; bij de paartjes die daar knuffelen; en dan schaam ik me haast dood; want dan licht-ie daar z'n poot."

Ik geloof dat ik morgen maar bij de C1000 boodschappen ga doen.