Het gelijk van Cruyff

Ik was al overtuigd, maar met de wonderwedstrijd van FC Barcelona tegen Real Madrid nog natrillend op mijn netvlies, ben ik overtuigder dan overtuigd: Johan Cruyff heeft gelijk. Niet voor niets droeg Pep Guardiola, de trainer van Barcelona, de historische overwinning op het Real van Mourinho op aan De Verlosser, want het was Cruyff die de basis legde voor het Barcelona van nu, een bijna bovenaards voetballende ploeg, die grote namen doet verbleken met voetbal zoals het niet eens in de boeken staat.

Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit zo'n ongelooflijk goed voetbalteam heb gezien als dat van FC Barcelona op die gedenkwaardige maandagavond 29 november 2010. Tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik, tik. Zo zien vijfendertig ononderbroken balhandelingen van Barcelona er in schrift uit. Inderdaad, om gek van te worden. En het waren geen combinatietjes tegen een goedwillende amateurclub, maar tegen Ronaldo, Benzema, Pepe, Ramos, Carvalho, enfin de duurst betaalde benen in het mondiale voetbal. Geleid door een trainer wiens meesterhand elke ploeg die hij aanraakt in goud verandert. Maar niet tegen Barcelona. Niet tegen de grotendeels in de eigen jeugd geslepen voetbalbriljanten die de filosofie van Johan Cruyff tot in de uiterste perfectie op de grasmat leggen.

Hij was het die de basis legde voor de voetbalhemel waarin heel Catalonië sinds jaren verkeert. Miskend profeet in eigen land, in eigen geboortestad. Afgehouden door bobo's in Zeist, geschoffeerd door mannetjesmakers op De Toekomst wier visie niet verder reikt dan de volgende wedstrijd in de Amsterdam ArenA. De strafexpeditie in Camp Nou legde genadeloos bloot waar het in Amsterdam aan schort: een voetbalfilosofie die sterker is dan de met alle winden meewaaiende babbelboxen in televisieprogramma's en zelf benoemde voetbalkenners die "het nu wel met Johan hebben gehad".

Och heden, wat is er nog een lange weg af te leggen voordat Ajax weer Ajax is. En wordt die weg überhaupt wel ingeslagen? Binnenkort krijgt Ajax een nieuwe ledenraad, het hoogste orgaan in de club dat als enige het roer radicaal om kan gooien. Het is jammer voor Martin Jol, een vakman, maar helaas niet de vakman die Ajax nodig heeft. Want er zit maar één ding op voor rood en wit: uithuilen en opnieuw beginnen. De Cruyff-doctrine omarmen en vooral ook uitvoeren. Voor lief nemen dat het niet gemakkelijk zal zijn van een dolende ploeg naar een kampioen met een eigen herkenbare stijl te groeien. In Barcelona hebben ze dat voor elkaar gekregen. Met vallen en opstaan en o ja, met veel meer geld dan Ajax tot zijn beschikking heeft. Maar dat is geen excuus. Door de jaren heen slaagde Ajax er altijd in om met relatief bescheiden middelen aan indrukwekkende ploegen te bouwen. En als het internationaal even niet lukte, speelde de club nationaal als vanzelfsprekend de eerste viool. Nu heeft FC Twente het met minder middelen beter voor elkaar en voelt Ajax de hete adem van FC Groningen en AZ in de rug.

Wat zouden de beleidsmakers in Amsterdam hebben gedacht toen zij FC Barcelona over Real Madrid heen zagen walsen? Welke les hebben zij getrokken uit dat voetbalfeest in Camp Nou?

Of hebben ze niet gekeken, te druk als ze het hadden met onderlinge een-tweetjes om de discipelen van Johan Cruyff buiten de ledenraad te houden?