De oude Uri Geller

SBS is in de ban van Uri Geller. Nog een paar dagen en de in Israel geboren bestekbuiger begint aan zijn come back op de Nederlandse televisie. De nieuwe Uri Geller is niet de oude, maar zal uit de nationale gelederen worden geselecteerd, als ik het tenminste goed heb begrepen. Toen ik de aankondiging van deze spectaculaire serie vol paranormale hoogstandjes op mijn tv-scherm voorbij zag komen, realiseerde ik mij dat mijn jeugd nu wel erg definitief achter mij ligt. Ik herinner mij namelijk nog de oude Uri Geller toen hij pas nieuw was. Als u begrijpt wat ik bedoel. Het waren de jaren zeventig.

Het fenomeen Uri Geller was bezig aan een triomftocht die hem naar alle uithoeken van het ondermaanse bracht. Ook Nederland raakte tijdelijk in zijn ban. Uri liet op de televisie niet alleen zien hoe hij lepels kon laten omkrullen door slechs over het metaal te wrijven, maar hij beweerde ook dat hij tot stilstand gekomen uurwerken weer aan de gang kon krijgen. Uri vroeg de kijkers vergeten horloges, wekkers, koekoeksklokken desnoods tevoorschijn te halen. Hij concentreerde zich in de studio (tegenwoordig zouden we zeggen dat hij zich focuste) en ja hoor, daar kwamen bij krantenredacties de eerste telefoontjes binnen van opgewonden abonnees die tot hun verbijstering met het gestaag tikkende zakhorloge van opa in de hand stonden. Ikzelf liep naar de keuken van onze driekamerwoning aan de Marnixkade in Amsterdam en slaakte een kreet van verbazing. Mijn piepjonge echtgenote kwam aangesneld en zag hoe ik enthousiast met een omgebogen eetlepel stond te zwaaien. Ze had mij meteen door.

Ik werkte toen als journalist bij De Telegraaf/De Courant Nieuws van de Dag en mij werd de vererende opdracht gegeven Uri Geller te interviewen in het Okura Hotel te Amsterdam. Het begon al goed. Voordat ik één vraag had kunnen stellen, vroeg Uri mij een simpele tekening te maken. Het onderwerp deed niet terzake. Tja... Ik tekende een huisje, want dat was voor een anti-tekenaar als ik nog wel te doen en bovendien is mijn achternaam Huis. Uri verzocht mij het vel papier waarop ik dat huisje had getekend om te vouwen, zodat hij het niet kon zien. Zo gezegd zo gedaan. "En nu moet je heel sterk aan die tekening denken," zei Uri dringend. Ik deed een dappere poging. Uri keek mij scherp aan en ja hoor, op een bepaald moment drongen mijn gedachten blijkbaar zomaar spontaan de zijne binnen, want hij pakte een ballpoint en begon op een maagdelijk wit vel papier exact het huisje te tekenen dat ik zojuist uit mijn pen had laten vloeien. Ik voelde me eerlijk gezegd een beetje geflikt. Snel wierp ik spiedende blikken om mij heen. Er had natuurlijk iemand achter mij gestaan, die Uri in code had laten weten wat ik op mijn papiertje had getekend. Maar ik zag niemand die voor dat handlangerschap in aanmerking kwam.

Misschien voelde hij mijn scepsis (of kon hij echt gedachten lezen..?) in ieder geval stond hij op en gebaarde hij mij hem te volgen. Hij liep naar de keuken van het Okura Hotel. Daar sprak hij een Japanse kok aan, die niet alleen geen woord Nederlands maar al evenmin een letter Engels verstond. De man stond aan een stuk door schaapachtig te lachen. Uri pakte een enorme soeplepel van eerste kwaliteit metaal uit een schap. Hij gebaarde naar de kok of hij het ding even mocht lenen. De Japanner knikte lachend. Uri duwde zijn schouder tegen een koelcel. "Daar haal ik energie uit," lichtte hij toe. O, op die manier. Ik stond er een beetje gegeneerd bij. Het was een rare privé voorstelling. Alleen die lachende kok, een wat minder vrolijk kijkende collega van hem, fotograaf Ruud van der Linden en ik waren er getuige van hoe die buitenmodel soeplepel begon te buigen tot er een knik in zat. De kok lachte nu iets minder hard. Hij pakte met een bedremmelde blik de lepel aan die hem door Uri Geller ter hand werd gesteld.

Ja, ik weet dat de Amerikaanse goochelaar James Randi Uri Geller in diezelfde jaren zeventig heeft ontmaskerd door te laten zien dat hij al die zogenaamd aan paranormale gaven toegeschreven 'trucs' zelf ook en zonder enige magie kon klaarspelen. Ik heb zelfs op You Tube een video gezien waarop Randi demonstreert hoe je met gebruikmaking van trucage lepels kunt laten buigen. Maar eerlijk gezegd vond ik die beelden niet bijzonder overtuigend. Dat geldt overigens wel voor de schitterende historische talkshow van Johnny Carson, die Uri Geller verraste door hem tijdens de live uitzending geheel andere metalen attributen ter ombuiging aan te bieden dan waar de  magiër op gerekend had. Die avond lieten zijn bovennatuurlijke krachten Uri Geller in de steek.

Het zal dus wel nep zijn, die hele Uri Gellerbusiness, net zoals televisie één grote illusie is. Maar ik zit dan toch nog met het volgende verhaal. Nadat we de keuken van het Okura Hotel hadden verlaten, stelde fotograaf Ruud van der Linden voor buiten het hotel een fotoserie te maken. Toen we eenmaal op straat stonden, vroeg Uri Geller waar zich het dichtstbijzijnde politiebureau bevond. "Dat is het bureau Lodewijk van Deijsel," zei Ruud. "Dan gaan we daarheen," verordonneerde Uri Geller. Een paar minuten later maakten we er onze opwachting. De verzamelde dienders voelden zich vereerd met het bezoek van de bekende Israeliër, maar als echte politiemensen lieten ze natuurlijk wel duidelijk blijken dat ze zo hun twijfels hadden bij Gellers kunsten. "Wie van julie gelooft echt helemaal niet dat ik die dingen kan?" vroeg Uri. Een al wat oudere hoofdagent stak zijn hand op. Geller liep op hem af en zei: "Pak uw sleutelbos eens." Nou, dat wilde de hooffdagent wel doen. Met een grijns overhandigde hij een rinkelende verzameling metaal aan Uri Geller. Die keek er even naar en zei toen: "Wilt u een sleutel aanwijzen die u zelden of nooit gebruikt?" Nu leek de hoofdagent toch een beetje van zijn stuk te raken, of kwam dat door zijn collega's die nieuwsgierig om het tweetal heen waren gaan staan? De hoofdagent pikte er een sleutel uit. "Weet u zeker dat u die zelden of nooit gebruikt?" vroeg Geller. De hoofdagent knikte. Hij wist het zeker. Uri Geller begon ontspannen over de sleutel te wrijven en even later boog het ding om alsof het van rubber was.

Er zijn verschillende conclusies mogelijk. Uri Geller kan die kok in het Okura Hotel en de hoofdagent van het bureau Lodewijk van Deijselstraat in zijn complot hebben betrokken. In dat geval was hij een briljante bedrieger. Maar als ik terugdenk aan de gezichtsuitdrukking van de kok en de hoofdagent... Ook kan het zijn dat ik u met dit hele verhaal in de maling heb genomen, omdat Uri Geller en ik vrienden zijn. Maar ik heb de man sinds dat interview nog slechts één keer telefonisch gesproken en toen wist hij niet dat hij mij ooit ontmoet had. Verder kan ik beschikken over een geheugen dat sterk wordt beïnvloed door mijn levendige fantasie. Maar ik weet die twee dingen over het algemeen goed te scheiden.

En het kan ook zijn dat alles wat ik hierboven heb geschreven klopt als een bus...