Scherpschutter in de Alpen

Het meest hypocriete televisieprogramma van dit moment is wat mij betreft 'Memories'. Men zou het beter 'Stoken in toch al niet zo fantastische huwelijken' kunnen noemen, maar ja, het wordt door de KRO uitgezonden en dan weet je genoeg. De KRO is de uitvinder van de tv-hypocrisie. Plat vermaak wordt door die omroep consequent met een sausje van hoogstaande moraliteit en een vleugje intellectualisme overgoten. Onbenul wordt vermomd als scherpzinnigheid. Ik noem een Sven Kokkelman, de Schijnheilige van de KRO. Anita Witzier is een goede tweede. Anita kan heel intelligent kijken en tegelijkertijd toch ook zo spontaan en wam menschelijk overkomen. Ondertussen ruïneert zij relaties, als een breed glimlachende intrigante voor wie de kijkcijfers maatgevend zijn.

De formule van 'Memories' is simpel. Een onbekende Nederlander die dertig jaar geleden een hartstochtelijke relatie heeft gehad met een al even onbekende andere Neder- of buitenlander gaat met behulp van de KRO op zoek naar de geliefde van weleer. De kijker wordt warm gemaakt met vergeelde foto's van gebruinde, goed gecoiffeerde types en aanstekelijke getuigenissen over de Liefdesvlam die destijds zo hoog oplaaide dat je je afvraagt: Waarom zijn die uilskuikens in vredesnaam ooit uit elkaar gegaan? Hèt Moment van de uitzending is De Hereniging. Op de boulevard van een Grieks badplaatsje verschijnt een breed lachende, dikbuikige Griek met een iets te grote bril op een bolle kop waarvan de schedel dankzij het drieslagstelsel geheel onvruchtbaar voor weelderige haargroei is geworden. De man werpt zich niettemin als een Chippendale in de armen van zijn ook al door decennia van verlepping getekende ex-minnares, die ontroerd doch tegelijkertijd enigszins onzeker stamelt: "Mikos?" Anita staat er vet bij te grijnzen. Thuis zit de lulhannes die al dertig jaar als surrogaatkoffie met de idyllische herinnering van die Oude Vlam leeft en die nu moet toezien hoe dat mensch een ouwe lul in de armen valt alsof het Cupido himself is. De tijd slaat diepe wonden.

Onlangs zag ik een aflevering die mijn bloed deed koken. Ja, je gaat je toch vereenzelvigen met die surrogaatkoffie. In dit geval ene Rogier. De echtgenoot van een ooit beeldschone dame, die tijdens een korte vakantie in de Alpen stormachtig vreemd ging met een Italiaan. Stefano! De naam alleen al! Stefano was en is een B-zangert die verdienstelijk gitaart. Voor de verandering heeft Stef de tand des tijds glansrijk doorstaan. Hij heeft z'n haar nog, parelwitte tanden, innemende zoniet gevoelige bruine ogen en een figuurtje meneer... daar kenne u en ik nog een puntje aan zuigen.

Arme Rogier.

Hij was destijds al met de dame in kwestie, maar de alcohol dreigde hun relatie te verwoesten. Drank maakt meer kapot enzovoort. Stefano vertelde een gretig luisterende Anita het verhaal van de Romance in de Alpen. In feite was Stef een soort relatietherapeut geweest. Hij had de problemen van de Hollandsche Schone feilloos geproefd en wie was hij om dat meiske in de kou te laten staan? Zijn gepolijste stemgeluid en zijn gitaart hadden haar overspoeld met onvervalste Italiaanse warmte. Zelf vatte ik de gebeurtenissen van toen samen met de woorden 'Veel begrip voor een wip'. De dame vertelde dat zij onderweg naar huis al had besloten alles aan Rogier op te biechten. En dan maar kijken wat er van kwam. Eén ding hoopte ze van harte: dat ze hem bij haar thuiskomst niet dronken in zijn bed zag liggen. En hoe trof ze Rogier aan? Juist, lam als een Tempelier tussen de klamme lappen. De arme man wist nog wel lallend uit te brengen: "Was het leuk?" en "Ben je vreemd gegaan?" Zo zat als hij was, hij kende zijn pappenheimertje. Op beide vragen kon mevrouw met een welgemeend "Ja" antwoorden. Rogier was er kapot van. Daar had ze helemaal niet op gerekend. Enfin, sneeuw er over. Inmiddels waren ze dertig jaar en drie kinderen verder. Met ups en down, maar zo gaat dat nu eenmaal. Toch? "Ik hou van die man," zuchtte ze, zoals je ook wel eens zegt: "Ik houd van kip met appelmoes." Nou, ik hield ongezien ook al van die man, Rogier bedoel ik. Hij deed me denken aan Carl Roek, met een schuin streepje door de o, de rebelse chef van Bureau Q in de schitterende thrillers van de Deense auteur Jussi Adler-Olsen. Een Scandinavische anti-held, maar zoveel sympatheker dan zo'n Alpenzangert met z'n gitaart.

De Hereniging verliep hilarisch. Stefano daalde een sneeuwhellinkje af met zicht op de rug van zijn voormalige verovering. Zij draaide zich om en toen ze die ouwe rakker zag, viel ze pardoes in de sneeuw. Dat was voor Stefano het sein om zich ongegeneerd op haar te werpen. De kijker thuis kon zich een voorstelling maken van hoe het er dertig jaar eerder, in de intimiteit van een blokhut of gelambriseerde hotelkamer, aan toe moest zijn gegaan. Anita keek vertederd naar het hartstochtelijk weerzien.

Gatverdamme! Ik zat met het beeld van Rogier voor mijn ogen. Voor de vorm informeerde Anita nog wel even hoe hij zou reageren als hij, samen met de honderdduizenden in de huiskamer, naar zijn rollebollende echtgenote zat te kijken. Nou, dat was geen probleem hoor. Daar kon Rogier heel goed tegen. Ja, ja, dacht ik, hèt moment om opnieuw naar de fles te grijpen.

Wat je nooit moet doen, is dat soort programma's op jezelf betrekken. Maar niets menschelijks is mij vreemd. Dus vroeg ik me af hoe ik zou reageren bij zulke beelden. Het slechtste in de Mensch kwam in mij boven. Ik zag mijzelve met een dubbelloops geweer in zo'n witte legeroutfit achter een sneeuwheuvel liggen. En precies op het moment dat Stefano zich op de dame wilde werpen, haalde ik de trekker over. Ho, ho, er zaten geen kogels in het geweer, maar onschuldige patronen die waren volgestopt met ouderwetse Alpenkoeienstront. Milka, maar dan bruin.

Flats! Daar stopte Stefano middenin zijn duik naar het willige vlees. Verbijsterd keek hij om zich heen, terwijl de koeienvlaai langzaam van zijn kekke winterjack droop. Even dacht hij aan een verdwaalde reiger, maar dat idee liet hij varen toen ik in mijn stoere gevechtskleding achter die sneeuwheuvel vandaan kwam. "Hé wijvenpikker," riep ik. "Daar heb ik er nog één van, jij mislukte Eros Ramavotti. Denk er om, ik heb schijt aan je!" Stefano maakte een afwerend gebaar. "Notte shoote on her!" riep hij met overslaande stem. Ik lachte hem recht in zijn stinkende ponum uit en zei afgemeten: "Ha, ha, je denkt toch niet dat ik op een dame zou schieten?" Vervolgens zwaaide ik de lopen een paar meter hoger naar de houten wand van de blokhut waar Stefano voor De Hereniging uit was gekomen.

En met grote voldoening en dito precisie schoot ik de tweede lading Aplenkoeienstront in zijn gitaart.